#31: Marianne Thieme (transcriptie)

Transcriptie: Marianne Thieme

Welkom bij Leaders in Progress, de podcast over vrouwen die aan het roer staan van maatschappelijke veranderingen. Wie zijn ze, waar staan ze voor en waar gaan ze voor? Ik ben Nadine Klokke, CEO van Knab, de online bank die de financiële wereld van binnenuit vernieuwt. Ik ben Beate van Dongen Crombags, partner bij EY consulting. Wij creëren een betere wereld door organisaties te helpen op een duurzame manier te transformeren. En ik ben Dave Jongeneelen, medeoprichter van Buzz Women. Dagelijks stellen wij vrouwen over de hele wereld in staat vooruitgang vorm te geven. Waarom deze podcast? We willen je inspireren om aan het roer te gaan staan van je eigen bezieling en maatschappelijke vernieuwing. Welkom bij Leaders in Progress!

Dave: Welkom bij Leaders in Progress, vandaag met een hele bijzondere gast. Beate, wij mogen Marianne Thieme verwelkomen. Van harte welkom, Marianne!

Marianne: Dankjewel!

Dave: Voor de mensen die jou niet kennen, dat zijn er niet zo veel in Nederland, toch even een korte introductie. Je bent publicist spreker over nieuw leiderschap, duurzaamheid, dierenwelzijn en natuur. Ook als duurzaamheidsstrateeg verbonden aan een organisatie in Amsterdam. Je bent natuurlijk bekend als medeoprichter van de Partij voor de Dieren, die in 2006 ook in de Kamer kwam en in 2002 opgericht. In 2019 ben je afgetreden als partijleider en als Kamerlid. En de Partij voor de Dieren was de eerstgekozen politieke partij ter wereld die zich niet op de kortste termijnbelangen van de westerse mensen ging richten, maar op alles wat leeft. De dieren, de planeet. Je hebt rechten gestudeerd aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. In 2019 kreeg je ook een eredoctoraat in de rechten bij Andrews University in Michigan voor je inzet voor de bescherming van dieren, natuur en milieu en de ontwikkeling van het recht. Heel mooi om te vermelden, wat ik niet wist, is dat je deze zomer gaat afstuderen als theoloog. Je hebt twee dochters van 21 en elf en je bent getrouwd met Ewald, die volgens mij ook veel boeken schrijft en publicaties uitbrengt.

Marianne: Zeker, bij De Groene Amsterdammer onder andere.

Dave: Heel fijn dat je er bent en heel leuk om jou beter te leren kennen.

Marianne: Ja, hartstikke leuk om hier te zijn, in een prachtige omgeving. Ik zie alleen maar groen om me heen en vooral dat hele verse groene van de lente. Dat is altijd heerlijk om daartussen te zijn. Mooi dat ik hier mag zijn.

Dave: Fijn! Beginnend met een bijzondere vraag, denk ik, hoe is het om jou te zijn?

Marianne: Ik ken eigenlijk niets anders. Dat is voor mij dus heel gewoon. Om mij te zijn is soms ook weleens vermoeiend, denk ik. Want ik ben altijd heel erg druk in mijn hoofd met alles wat er om me heen gebeurt en wat ik wil weten en wat ik wil leren. Het is voor mij heel belangrijk om af en toe afstand daarvan te nemen door bijvoorbeeld ook in de natuur te zijn, om alles even een beetje los te kunnen laten. Omdat ik toch wel de neiging heb om me zorgen te maken over alles wat er verkeerd gaat in de wereld en daarvoor op de barricade te willen gaan staan. Soms is het ook wel goed om dat aan anderen over te laten of om daar wat meer beschouwend naar te kijken. En dat is wat ik de laatste jaren ook wat meer doe.

Dave: Lukt dat ook?

Marianne: Ja, dat lukt me wel. Zoals je ook al zei in de introductie, ik publiceer ook. Dus ik probeer ook door middel van mijn pen mensen op dingen te wijzen of een bepaald licht te laten schijnen op het onrecht dat mens of dier wordt aangedaan, en daar dan ook een oplossing voor te bedenken samen met de anderen. Dat vind ik heel erg leuk om te doen. Doordat ik nu niet meer in de politiek zit, ben ik niet meer zo afhankelijk van de politieke waan van de dag. Want dat was natuurlijk iets wat de afgelopen jaren mij heel erg leidde en wat ik allemaal moest doen. Debatten tot diep in de nacht en “Daar wil ik op reageren”, “Daar moet weer een standpunt op worden geformuleerd.” Ik heb dus iets meer de tijd om daar wat meer over na te denken.

Dave: Dat het minder geleefd wordt.

Marianne: Ja.

Beate: Waar komt die passie vandaan? Waar is dat ooit begonnen?

Marianne: Dat is vanaf kinds af aan, dat ik me al heel snel naar voren wierp om iemand te beschermen of een dier te beschermen. Kinderen wisten dat ook al heel snel, ik denk dat ik een jaar of tien was, langs de deur kwam dan een buurjongetje met een eend met een gebroken vleugel of een aangeschoten vleugel, alsof ik daar wat mee kon. Maar het kwam altijd op mijn pad om iets te doen wat gebroken is, om iets proberen te helen. Dat is iets wat je met je meeneemt in je leven. En het is deels ook mijn opvoeding, denk ik. Een opvoedingselement zit daaraan vast, want mijn ouders zijn zelf ook erg begaan met de natuur. Mijn broer en ik hebben ze echt wel op het hart gedrukt om iets wat zo mooi is, wat zo complex in elkaar zit, waar zoveel uit te leren valt, om dat dan ook te beschermen. Dus ik denk dat die twee dingen en de wijze waarop ik omga met dingen die op mijn pad komen en ook zo’n opvoeding, dat dat gemaakt heeft wie ik ben.

Beate: Je geeft aan, je wilde dingen helen. Als je dan teruggaat naar je meisjesdroom toen je een jaar of tien was of misschien nog wel jonger, wat was je droom dan?

Marianne: Ik heb er wel over nagedacht, die vraag wordt natuurlijk weleens gesteld. Maar ik kan me niet zo heel goed herinneren wat ik nou wilde worden. Ik weet alleen dat ik wilde studeren, als dat zou kunnen. Want ik had boeken gelezen waar dan meisjes naar de universiteit gingen, dat leek me wel heel leuk. Ik had geen idee wat de universiteit was, maar iets met heel veel leren. Dat leek me wel heel leuk om te doen. Maar ik denk dat ik pas rond mijn puberteit, zo’n jaar of veertien of vijftien, op school zat met heel veel kinderen die politiek begaan waren. Die had ik dan ook als vrienden, en die riepen dan, “Communisme” of “Anarchisme” of “Liberalisme.” Dan zei ik altijd, “De politieke partij waar ik op zou willen stemmen, bestaat nog niet.” Echt totaal niet wetende dat ik vijftien jaar later ongeveer samen met anderen een partij zou oprichten. Dus dat is wel iets wat heel bijzonder is, achteraf bezien.

Dave: Wat voor soort meisje was jij?

Marianne: Heel graag uitgaan, dansen, naar de kroeg gaan. Dan hebben we het natuurlijk over de tienertijd, niet als achtjarige. Ik heb ook nog een periode gehad waarin ik niet zo heel erg maatschappelijk begaan was met allerlei dingen, vooral feesten en gezelligheid. Dat vond ik heel erg belangrijk, en nog steeds. Ik hou ervan om ook soms de lichtheid van het bestaan op te zoeken, zeker als je zo begaan bent met het lot van dieren of kwetsbaren, dan zoek je dat ook wel op. En daarnaast ook altijd maar een standpunt hebben. Ik was zeer uitgesproken, vanaf ik me dat kan herinneren.

Dave: Dat was thuis ook zo?

Marianne: Ja, zeker. Ook aan de eettafel. Ik werd ook wel gestimuleerd om over dingen na te denken en daar een eigen mening over te hebben. Mijn ouders hebben dat ook altijd serieus genomen en hebben het nooit afgedaan als, “Je bent maar een kind.” Nee, dat werd heel erg gestimuleerd om een mening te hebben.

Beate: Over wat voor dingen had je toen meningen?

Marianne: Over de doodstraf, dat ik daar een fel tegenstander van was, dat ik niet kon begrijpen dat mensen daar voorstander van zouden kunnen zijn. Maar ook hoe mensen met dieren omgaan. Ik weet nog dat ik een jaar of elf was, toen was Greenpeace heel actief op het gebied van de zeehondenjacht. Daarvan kwamen beelden op School-tv, afschuwelijke beelden en toen weet ik nog dat ik tegen mijn leraar zei, “Hoe kan het nou dat jullie als volwassenen tegen ons zeggen hoe we moeten leven en wat de regels zijn en jullie doen net alsof jullie allemaal goed weten hoe de wereld in elkaar zit. Maar dit doen jullie ook, hoe moet ik dat dan met elkaar rijmen?” Ik gebruikte uiteraard andere woorden, maar daar kwam het wel op neer. En toen kwam ik erachter dat volwassenen wel doen alsof ze alles weten, maar dat dat helemaal niet het geval is. En dat probeer ik mijn kind ook duidelijk te maken, ook in mijn eigen opvoeding. Als ik probeer om Amelie, mijn jongste, iets bij te brengen of ik heb met haar een conflict, dan vind ik het heel erg belangrijk om ook haar te laten merken dat ik ook fout zat of dat ik het eigenlijk ook niet zo goed wist. Ik dacht wel, “Als ik later kinderen krijg, ga ik niet doen alsof ik de alwetende ben.”

Dave: Zie je dat strijdbare en felle ook in je eigen kinderen terug?

Marianne: Ja, absoluut. Vrij uitgesproken ook. Mijn oudste gaat waarschijnlijk de zorg in, maar ook zij is zeer uitgesproken en gepassioneerd. En mijn jongste heeft ook iets politieks. Dus ik ben heel benieuwd waar die terecht gaat komen later. Die is heel erg argumentatief.

Dave: De appel valt niet ver van de boom.

Marianne: Nee, toch niet!

Dave: En dat felle, maar ook feestende meisje, gaat uiteindelijk studeren in Rotterdam. Ik heb zelf ook in Rotterdam gestudeerd.

Marianne: Wat heb jij gestudeerd?

Dave: Bedrijfskunde heb ik gestudeerd, maar dat is ook wel wat meer mainstream in veel opzichten. Hoe ging dat dan? Hoe kwam je bij Rechten en als je naar die periode terugkijkt, wat is er toen met je gebeurd?

Marianne: Ik wilde in Rotterdam gaan studeren omdat ik het wel leuk vond, in Rotterdam hadden ze een Rechten programma waarin ook Sociologie en Filosofie en Economie werden aangeboden als vakken. Dat interdisciplinaire heeft mij altijd wel aangetrokken, want ik wilde altijd heel veel dingen weten. Dus dat was de reden, maar wat ik toen merkte, omdat Rotterdam dus zo sterk gericht is op het bedrijfsleven, commercieel, allemaal economiestudenten die toch een beetje in het neoliberale worden opgeleid, dat werkte ook door in de Rechtenstudie. Veel mensen die dan fiscaal recht wilden gaan doen om te kijken hoe ze de fiscus kunnen belazeren. Nee, hoor, onzin. Maar daar komt het soms wel op neer. Ik merkte dat ik heel veel behoefte had aan ook meer vakken op het gebied van ethiek. Ik ging toen ook op zoek naar milieurecht vakken en dierenrecht vakken. Die waren er eigenlijk bijna niet in de jaren negentig. Dus dat heb ik echt moeten opzoeken. In Utrecht was op een gegeven moment een vak Dierenwelzijnsrecht, gegeven door Dirk Boon, één van de allereerste juristen die over dierenrechten heeft nagedacht in Nederland. Dus dat zocht ik eigenlijk al meteen weer op. In eerste instantie dacht ik, “Gewoon heel breed”, maar ik miste al heel snel weer een nadruk op ethiek en normen. Dat soort onderwerpen waar ik toch wel heel graag over na wil denken.

Dave: Ik heb zelf Bedrijfskunde gedaan en achteraf kijk ik daarop terug van, “Dat was inderdaad hartstikke neoliberaal en iets sociaals of ecologisch was echt ver te zoeken.” Ik had daar weinig tot geen bewustzijn op dat ik dat miste. Achteraf wel, maar hoe kwam het dat jij daar wel zo bewust van was? Hoe werkt dat dan?

Marianne: Ik werd lid van een studentenvereniging, ook heel traditioneel. Maar het gekke was, tijdens één van de uitjes met allerlei jaarclubgenoten en anderen, zat er jongen tussen en die was vegetariër. Dat fascineerde mij enorm, want ik had altijd al iets van, “Eigenlijk zou ik vegetariër moeten worden.” En die jongen deed dat. Hij gedijde prima in een traditionele omgeving waar alles draait om drank en waar bij wijze van spreken wordt gejaagd, de echt hele traditionele, wat meer rechtste omgeving. En hij deed dat gewoon en dat inspireerde mij enorm. En ik dacht, “Ik wil ook vegetariër worden.” Dus dat werd ik. Dan ga je nadenken over het waarom, en wil je je ook verdiepen in, “Wat wordt dieren dan aangedaan? Wat zijn de excuses om dieren te doden?” Dan denk je na over het economisch systeem van uitbuitingen. Dat zie je dat het hele economische systeem eigenlijk maar om één ding draait, en dat is winstmaximalisatie en tegen zo laag mogelijke kosten zoveel mogelijk extraheren van de natuur, van mensen, van dieren. Dus dat begon toen een beetje te komen. En door puur praktisch keuzes te maken die te maken hadden met economie, met ethiek.

Beate: Wat heeft jou ertoe gebracht om op een gegeven moment partijleider te worden?

Marianne: Dat is wel een beetje wonderlijk gegaan. We hadden in 2002 de opkomst van Pim Fortuyn met LPF, en die werd vermoord in mei 2002 door iemand die ook actief was in de dierenrechtenbeweging. Waardoor opeens alle dierenrechtenactivisten in een kwaad daglicht kwamen te staan, alsof dat potentiële moordenaars zouden zijn. Ook alle dierwelzijns- en natuurmaatregelen die de afgelopen 25 jaar mondjesmaat waren gerealiseerd dankzij veel pressie vanuit dierbeschermingsorganisaties werden zo met één pennenstreek van tafel geveegd door de LPF met hulp van partijen zoals CDA, VVD, D66 en anderen. Toen dachten we, “Laat ons niet op de kop zitten, we gaan gewoon een eigen partij beginnen, een partij voor dieren, om te laten zien dat dat niet zomaar kan en dat er heel veel mensen gewoon vinden dat we beter voor dieren moeten zorgen. Zo simpel was het. En we dachten in eerste instantie dat dat dan een bekende Nederlander zou zijn die de partij dan zou kunnen trekken en publiciteit zou kunnen genereren.  Dus een Georgina Verbaan of een andere bekende Nederlander waarvan we wisten dat die om dieren en natuur geeft. Maar toen dachten we ook, “Een politieke partij, dan moet je gewoon echt wel standpunten willen innemen over andere onderwerpen, en straks komen we misschien wel in die Kamer.” Want het was in eerste instantie vooral ook als stunt om andere partijen over dierenwelzijn te laten spreken tijdens de verkiezingscampagne. Toen zei ik, “Wie moet het dan doen?” We waren met z’n vijven, ze wezen eigenlijk meteen naar mij. Dat vond ik wel heel spannend om te doen, want ik had al een uitgesproken mening als kind en als tiener, maar ik vond het spreken in een kring – zoals dat dan heet op de basisschool – of een spreekbeurt geven doodeng. Toen moest ik dat toch doen. Ik voelde me een beetje zoals Martin Luther die tijdens één van de rechtszaken tegen hem, omdat hij protestant was, tegen het establishment, tegen het Rooms-katholieke. Ik zei, “Ik sta hier, want ik kan niet anders.” En zo voelde ik me ook, “Ik sta hier, ik spreek hier, ik vind het eigenlijk doodeng. Ik ben er eigenlijk te verlegen voor, maar ik kan niet anders.” En dat heeft mij over mijn verlegenheid en mijn spreekangst heen geholpen.

Beate: Wat maakte dat jouw omgeving toen voor jou koos?

Marianne: Dat is altijd een beetje magisch hoe dat werkt. Waarom vinden mensen jou geloofwaardig of geloven ze in jou? Dat zijn gedeelde idealen, denk ik. Een soort radicale integriteit en authenticiteit die ervoor zorgt dat mensen zeggen, “Hier sluit ik mij bij aan.” Ik denk dat dat de partij uiteindelijk in de kamer heeft gekregen en langzamerhand steeds groter aan het worden is, wat ook veel meer los staat van de persoon. Maar gewoon dat het ideale steeds meer gedragen wordt door steeds meer mensen.

Dave: Als jij terugkijkt naar die politiek, hoe heeft de politiek jou veranderd en hoe heb jij de politiek veranderd?

Marianne: De politiek, het Haagse, heeft weinig vat op mij gekregen. Daar heb ik ook wel bewust veiligheidsmaatregelen voor genomen omdat vooral niet te laten gebeuren, door heel sterk ook altijd maar weer opnieuw me te realiseren dat ik als activist in die kamer zit en niet als politica. En dat ik daar 365 dagen de kans heb gekregen om daar een spandoek op te houden voor de bescherming van dier en natuur en milieu en uiteindelijk dus van de mens. En omdat je de politieke arena dus op een andere manier gebruikt dan wat de meeste politici doen, namelijk het marchanderen, technocratische oplossingen bedenken, een soort manager of een soort boekhouder, maar de arena echt zien als een arena waar het gaat over visie en over inspiratie en maatschappelijke misstanden aan de kaak stellen. Dat is eigenlijk een traject voorafgaand aan de wetgeving in die kamer brengen, dat maakt dat je er anders staat, en als je daar als een getuigenispartij anderen inspireert. En je dus weinig laat liggen aan alle mores die daar gelden. De schande die men sprak over de hoeveelheid moties die wij op een gegeven moment ingediend hadden tijdens een notaoverleg over dierenwelzijn, de schande die men sprak over het feit dat ik een jurk aan had met een boodschap, wat tegenwoordig steeds meer gemeen goed wordt, heb ik gezien, op Prinsjesdag. Maar dat was destijds ongehoord. Wat zelfs ook buitenlandse persmomenten opleverde. Door daar vooral niet bang voor te zijn, dat mensen daar schande van spreken, met name politici, maar het feit dat zij heel graag willen dat iedereen binnen de comfortzone blijft en iedereen binnen de mores van het politieke bedrijf blijft, en daardoor eigenlijk niets verandert. Geen baken wordt verzet, dat gaf mij juist vleugels in plaats van dat ik er bang voor werd en zo snel mogelijk mijn comfortzone ging opzoeken door gewoon maar politiek partijtje te gaan spelen. En dat zei ik ook altijd tegen mijn collega’s.

Dave: Moest je daar moeite voor doen, of ging je dat vanzelf af?

Marianne: Wat je als leider binnen zo’n bijzondere politieke partij als grote verantwoordelijkheid ervaart, en ook vond dat ik die verantwoordelijkheid moest nemen, was om de anderen – de nieuwe politieke vertegenwoordigers van de Partij voor de Dieren of de leden – dat we onverschrokken onze eigen agenda moesten bepalen, ongeacht wat de pers of concullega’s daarvan vonden. Eigenlijk het oncomfortabele, de dingen doen wat andere politici niet doen, dat je dat wel doet. Als je dat niet leuk vindt of spannend vindt, als je liever graag comfortabel probeert om dingen te bereiken, dan zou je niet bij de Partij voor de Dieren echt goed kunnen gedijen. En met die boodschap kregen we dus ook heel veel dappere mensen, in mijn ogen dapper, want dapperheid manifesteert zich op vele vormen en dat realiseer ik me. Maar deze vorm hadden we nodig om echt door te kunnen breken in een zeer conservatieve omgeving als het Haagse.

Dave: En het gros van de mensen, elk gesprek is een projectie van jezelf, inclusieve mezelf, de neiging om je aan te passen en om als normaal gezien te worden, niet afgewezen of gek gezien te worden is een hele menselijke. Had dat geen vat op jou?

Marianne: Als je zo’n drive hebt en een grote verontwaardiging voelde voor hoe we met de dieren omgaan in de natuur, in de bio-industrie en bij proefdiercentra, dat was wel voor mij een enorme stimulans om elke dag op te staan met het gevoel, “Ik laat het er niet bij zitten, ik laat me niet wegzetten als een dierenbeschermer die niet serieus genomen kan worden want ze heeft het over dieren en daar wordt lacherig over gedaan.” Elke keer wist ik weer waarvoor ik het deed, en ook als ik in die kamer zat, of stond, en er werd weer gesist en gelachen of geroepen om je uit balans te brengen, want dat gebeurt, dat hoor je niet altijd op televisie, want die geluiden worden weg gefilterd. Maar er wordt veel gedaan om je uit balans te brengen en dat vond ik wel heel zwaar om te doen en spannend en ik kwam soms niet uit mijn woorden. Maar ik zat daar niet om tegen de onwilligen te spreken die daar zaten, die 148 mensen. Dat waren ze natuurlijk in eerste instantie, we waren met z’n tweeën. Maar ik keek daaroverheen, naar het publiek, de tribune en daar verder vandaan. Namens hen spreek ik, ik visualiseerde me achter me dat de minderheid steeds groter werd, en dat je dat mag doen. Namens hen, zij die niet kunnen spreken, de dieren. Dan voed je je onverschrokkenheid, uit liefde voor die kwetsbaren. Dat drijft je, dat geeft je extra energie.

Beate: Werd je hierin gecoacht om er op die manier naar te kijken?

Marianne: Een coachteam zat met name erin dat als ik terugkwam van weer een moeilijk debat waar er gelachen werd of er niet op gereageerd werd door de andere politieke partijen, of de pers zei, “De Partij voor de Dieren had iets over een vissenkom” of zoiets, om het belachelijk te maken. Want wij wilden een vissenkom verbieden. Dat is namelijk vreselijk voor vissen. Dat wordt gezien als, “Daar ga je geen politiek statement over maken.” Wij dus wel. Dat geeft vervolgens gedoe en word je niet serieus genomen, want je moest je toch met grote zaken bezig houden. Die coaching zat er dan in dat als ik dan op mijn fractie kwam, vooraf of achteraf zo’n debat of een televisieoptreden, dat dan die kwetsbaarheid die ik voelde, dat ik misschien niet uit mijn woorden kon komen of dat ik belachelijk werd gemaakt, om dat gewoon bespreekbaar te maken. Waardoor er ook een ontspanning kwam bij mijn collega’s van, “Zij vindt het ook heel spannend, dus mag ik ook gewoon vertellen dat ik het spannend vind.” En samen werd je sterker doordat je dat durfde te benoemen, in plaats van – wat ik soms wel een beetje over me heb – een ongenaakbaarheid alsof ik daar niet zo snel geraakt van kan worden. Dat heb ik wel moeten leren om te laten zien dat het me allemaal wel raakt. Dan werd ik daarvoor gecoacht, want dan werd er gezegd, “Je deed het geweldig”, of “Je deed het namens mij, ik was trots.” Of “Dat was een mooi punt.” Dan ga je gewoon verder. Je hebt wel de anderen nodig om dit vol te houden.

Dave: En het Luther verhaal, “Ik kan niet anders”, waar komt dat vandaan voor je gevoel? Wat maakt het dat je niet anders kan of kon?

Marianne: Het een sterk ingebed rechtvaardigheidsgevoel. Het woord ‘roeping’ of ‘beroep’ is iets waarvan je het gevoel hebt dat je geroepen wordt om je mond open te trekken, “Zeg het, ga het vertellen” of “Doe iets.” Dat gevoel is wat ermee te vergelijken valt, dat voor mij geldt. Telkens opnieuw weer het gevoel hebben van, “Ik kan mijn mond niet houden.” Ik kan niet aan de zijlijn blijven staan. Dat maakt het dat je je eigen schroom of ego of wat je ook tegenhoudt, overwint.

Dave: Ik heb zelf altijd het gevoel dat iets duwt, dat je eigenlijk niet in die richting wil, bij wijze van spreken.

Marianne: Ja. Jona moest wat vertellen in Ninevé, dat daar heel veel onrecht was, maar hij wilde niet. Dus hij probeerde eerst weg te gaan en te vluchten. Maar je kunt niet, je moet wel. Dat gevoel.

Dave: En het geloof, welke rol speelt dat daarin, in die context?

Marianne: Dat verantwoordelijkheidsgevoel, omdat wij mensen begiftigd zijn met het kunnen plannen, het kunnen kiezen, wat dieren ook kunnen, ik ben me daar heel erg van bewust dat wij vaak een negatieve keuze kunnen maken die ten koste gaat van de wereld. Jan Wolkers heeft weleens gezegd, “In een wereld zonder mensen zou ik wel in God kunnen geloven.” Omdat een dier eigenlijk nooit meer neemt dan wat hij nodig heeft. Een wereld met alleen dieren zou geen crisis kennen. Het feit dat een mens goed kan doen, maar ook slecht kan doen, en voor mij is het geloof eigenlijk een richtingbepalend element, wat goed is. Het gaat over liefde, het gaat over bevrijding, over verlossing, over compassie, over mededogen. De ander liefhebben zoals jezelf. Dat zijn voor mij hele mooie leidende beginselen waarop ik mijn kompas, ik denk dat dat het is. Ik was eigenlijk altijd al wel dierenbeschermer van kinds af aan. Ik ben in een Rooms-katholiek gezin opgegroeid, maar toen ik wat ouder werd, zag ik dat de Rooms-katholieke kerk de jacht inzegende met Sint-Hubertus missen, stierenvechten, dat in de Bible Belt de grootste megastallen staan. Ik dacht, “Hoe is dat mogelijk?” Wat dat betreft, dacht ik, “Dit kan niet Christelijk zijn. Dat past niet bij wat ik heb geleerd.” Dus toen ben ik op zoek gegaan, want het geloof heb ik nooit verloren. Maar ik wil graag met mensen samen delen, zo zit ik ook in elkaar. Samen die idealen waar je in gelooft, wat je belangrijk vindt in het leven. Dus toen kwam een kerk tegen die wel heel groen is en die veel meer uit ging van de eigen verantwoordelijkheid, zelf nadenken, zelf dingen lezen, kritisch blijven kijken naar de dingen, blijven onderzoeken. Dat is nu dertien jaar geleden, toen ben ik in die kerk terechtgekomen.

Dave: Dat is je thuisbasis, wat dat betreft?

Marianne: Ja, precies.

Beate: Is dat ook de reden dat je theologie bent gaan studeren?

Marianne: Ja, ook dat was wel een onderdeel van mij als kind, ik voelde me zo één met de natuur en ik verlangde naar een prachtige wereld zonder leed. Dus ik ben ook op zoek gegaan naar, “Waarheen, waarvoor, waartoe?”, die existentiële vragen. Tijdens mijn politieke carrière ben ik daar verder niet aan toe gekomen, maar ik heb altijd wel de droom gehad om ooit nog eens – wat ik ook al net eerder zei, dat ik graag wil leren en graag studeer – te gaan studeren. Theologie stond bovenaan mijn verlanglijstje.

Dave: Wat heeft theologie je tot dusver gebracht?

Marianne: Een mooi inzicht in het Christelijk geloof. Dan gaat het over de Bijbelstudie. Maar ook in levensbeschouwing, de wereldbeelden die we hebben. Bijvoorbeeld het huidige dominante wereldbeeld van vooruitgang, die proberen te doorgronden. Op basis waarvan denken wij mensen dat wij kunnen verbeteren, dat wij deze wereld vooruit kunnen brengen? Is dat onze eigen kracht, is dat vanuit onze reden, vanuit ons geweten? Of is het een bron buiten ons, is dat het grotere dan onszelf dat ons drijft en ons de goede richting op drijft? Dat soort vragen, daar heb ik me de afgelopen periode mee bezig gehouden. Dat vond ik wel heel erg mooi om te doen. Ik merkte ook dat heel veel jonge mensen, generatie Z en de millennials, in deze nogal individualistische samenleving waarbij alles gericht is op consumptie, het commodificeren van alles en iedereen, alles wordt in geld uitgedrukt, veel mensen voelen een gat in hun ziel. Waarom doen we dit dan? Wat is dan de betekenis? Daarom ook dat woorden als betekeniseconomie op dit moment rondwaren. Regeneratief iets teruggeven aan de aarde, aan de mensen om je heen. Dus ik heb het gevoel dat er een behoefte. Er zit ook een spirituele crisis, heb ik het idee, we zoeken weer naar betekenis. Daar wil ik ook mijn steentje aan bijdragen.

Beate: Is dat dan ook waar je op dit moment aan werkt? Wat zijn nou de idealen waar je op dit moment mee bezig bent?

Marianne: Het hangt wel met elkaar samen. Het gaat over, “Wat voor een plek nemen wij als mensen in op deze planeet? Is het zo dat alles ten dienste staat van de mens?”, wat heel veel levensbeschouwingen zomaar vanuit gaan. Of je nou het idee hebt van “De mens is het toppunt van de evolutie” of “De mens is het toppunt van de beschaving”, dus alles draait om de mens, of maken we onderdeel uit van het hele ecosysteem en zijn wij dus natuur? Horen wij daarbij? Hebben wij ons eigenlijk op een hele kunstmatige manier daarvan afgewend en is de natuur iets om tegen te vechten om te onderdrukken of controle over te krijgen? Door technologie of kijk maar naar onze tuintjes, hoe netjes. We proberen te vechten tegen de natuur omdat het precies zo moet zijn zoals wij dat willen. Of hebben wij iets anders te doen als mens? Zijn wij veel meer onderdeel daarvan en zouden wij meer mee moeten bewegen waardoor we ook wat minder negatieve effecten hebben op de natuur? Wat versta je onder je mensbeeld? Hoe verhoudt zich dat tot de rest van alle levende wezens die hier op aarde zijn? Ik vind het heel leuk om daarover na te denken, omdat het zorgt voor opening voor meer liefde en compassie, maar ook met meer nederigheid en bescheidenheid ons zelf zien ten opzichte van andere levende wezens die ons zoveel zouden kunnen leren, die ons een spiegel voor kunnen houden, over schoonheid, over de kracht die een jachtluipaard heeft, die kan veel sneller dan wij, of een vogel die eigenlijk een helicopterview heeft. Dieren geven betekenis aan het leven. Wat erg dat zoveel dieren verdwijnen, daarmee verdwijnt ook een unieke kijk op deze wereld.

Beate: Wat is je droom daarin dan?

Marianne: Dat we veel meer in een soort vreedzame co-existentie met de anderen leven. Als je kijkt naar de emancipatiebeweging, dan was het natuurlijk ook altijd een dominante kijk van de man, in eerste instantie. De vrouw mocht ook wat zeggen, dat is nog steeds gaande, de blik van de ander. En dan niet alleen maar de blik van de rijke westerse mens of de rijke noorderling, en de blik van de zuiderling, van de global south, die een hele andere blik heeft op de samenleving. Dus de blik van de ander niet alleen maar binnen de mensensoort, maar zelfs ook die van buiten de mensensoort. Die zorgt voor een verrijking en meer wijsheid en inzicht in hoe wij samen kunnen leven in een vredige en compassievolle manier. Dus we missen zoveel wijsheid doordat we zo gericht zijn op korte termijn belangen van westerse mensen met name, the global north moet je tegenwoordig zeggen. We missen heel veel, we zijn wat verloren.

Dave: Wat voor suggestie heb je om je aan dat verloren gevoel – wat mensen zullen herkennen – te onttrekken of juist in die andere richting in te gaan?

Marianne: Wat ik bijvoorbeeld zelf heb moeten leren, om iets simpel te noemen, was ontwikkelingshulp. Ik was vroeger erg voor ontwikkelingshulp. Wij moeten geld geven aan Afrika en wij moeten daar ontwikkeling brengen, want – dat werd dan gezegd – zij leven nog in de jaren vijftig. Wij leven al in een betere tijd, wij weten alle antwoorden al, we hebben het allemaal beter georganiseerd, en zij zijn daar nog ergens in het donker. Terwijl, als je kijkt naar de ecologische voetafdruk, dan hebben wij de hoogste voetafdruk. We hebben heel veel kapotgemaakt aan natuur. Niet om je een schuldgevoel aan te praten, maar we moeten beseffen dat we ook heel veel zijn verloren en dat we heel erg egocentrisch zijn geworden. Egoïstisch wellicht wel. We hebben ook een bepaalde blik op de landen in Afrika of de landen in het zuidelijke deel van deze aarde waar we misschien wel heel veel van zouden kunnen leren. In plaats van dat we daar een kennis naartoe brengen, zouden we misschien weleens wat kunnen leren van hen, bijvoorbeeld over gemeenschapszin. Over leven binnen de grenzen van de aarde, in plaats van dat we proberen hun economie een net zulke uitbuitende economie te maken als de onze.

Dave: Het is een beetje gek om in een podcast te gaan klappen, maar hier heb ik wel heel veel verbinding mee, na twintig jaar werken en dat voelen. In die zin, heb je dan ook het gevoel dat de kolonisatie eigenlijk nog steeds gaande is?

Marianne: Absoluut, alleen in een andere vorm. We hebben zogenaamd onafhankelijke landen gecreëerd. Letterlijk gecreëerd, want we hebben willekeurige grenzen gesteld. Maar het kolonialisme ging gewoon door in de vorm van multinationals. En misschien ook wel in de vorm van de ontwikkelingshulp, hulp van achter de toonbank van BV Nederland. Dat heeft niet zo heel veel te maken met zelfstandigheid en hun eigen tempo en hun eigen manier van de economie opbouwen. Dus dat gaat eigenlijk door, ten koste niet alleen van de mensen daar, maar ook ten koste van de ecologie. Ook weer die bescheidenheid en de blik van de ander, de blik van hen, de wijsheid die zij hebben, dat ze ons zouden kunnen helpen om ook die transitie te maken naar een samenleving die sociaal is en duurzaam.

Dave: Even die transitie toch ook weer terug naar jou, ergens voel ik het meisje dat opgroeide, ging studeren, “Ik wil met de dieren bezig zijn”, politieke partij, in die arena staan waar je eigenlijk voelt, “Ik kom hier iets anders doen dan de rest.” En nu hoor ik je praten over de co-existentie, het leren van. Het voelt alsof je zelf daarmee ook in andere soort fase bent gekomen dan het strijdbare wat bij die politiek hoorde?

Marianne: Ik ben nog steeds heel strijdbaar. Ik vind het wel heel leuk om de ervaring die ik heb opgedaan, om iets uit het niets op te bouwen zoals een partij, om mensen te inspireren, hoe je het tussen de oren kunt krijgen, hoe je zelf kan leren. Want ik leer ook nog elke dag van de ander. Dat doe ik dus nu ook bij Elemental, een strategie- en innovatiebureau in Amsterdam, om ook binnen bedrijfsmodellen van organisaties of organisatiemodellen dat ook tussen de oren te krijgen. Hoe krijg je idealisme in je werk? Hoe kan het ten voordele van de organisatie of van het bedrijf ook worden aangewend? Omdat je gewoon ziet dat die transitie niet alleen maar in de politiek plaats moet vinden en ook verinnerlijkt moet worden, maar natuurlijk ook bij organisaties. Ik hoop daar mijn ervaring ook voor te kunnen gebruiken. Je ziet gewoon dat heel veel bedrijven en organisaties weg willen van winst, van profit naar purpose. Dat willen ze graag. Helaas is het allemaal in het Engels, je komt zelf ook uit de consultancy. Voor mij is dat allemaal heel nieuw. Maar zo heet dat dan, van profit naar purpose. Ik denk dat dat wel heel goed is, je winstmaximalisatie kan niet meer.

Dave: Voelt die plek voor jou natuurlijk?

Marianne: Nee.

Dave: Dat is nieuw?

Marianne: Dat is nieuw, en heel oncomfortabel.

Beate: Wat maakt het oncomfortabel?

Marianne: Wat ik natuurlijk ontzettend spannend vind, is dat het een hele andere taal is die gesproken wordt in die strategiewereld. Dat geeft me ook wel weer het voordeel dat ik ook kan zeggen, “Wat is dit voor een buzzword? Waar hebben we het eigenlijk over?” Dat past wel een beetje bij mij, “Wat zijn dat allemaal voor een mist opwerpende woorden?” Zodra ik met een organisatie aan de tafel zit en we gaan het hebben over, “Wat drijft jullie bedrijf of organisatie nu werkelijk? Wat willen jullie voor een betekenis geven aan wat jullie produceren of verdiensten die jullie aanbieden?”, dan is het heel comfortabel, dat past heel erg bij mij. Maar zodra het gaat over allerlei werkvormen, om cocreatie en dat soort woorden, dat zijn voor mij hele nieuwe dingen. Dat is ontzettend leuk, met mijn blik van buiten en mijn ervaring, om dat te combineren met dit soort consultancy-achtige werkvormen die ervoor zorgen dat mensen inzicht krijgen in hun missie.

Dave: Hou het activisme vooral overeind, zou ik zeggen.

Marianne: Dat doe ik, zeker! En dat zie ik ook, dat dat juist gewaardeerd wordt. Dat strategiebureau waar ik werk, dat wil dus ook af van die grote consultancy bureaus die vooral eigenlijk veel organisaties en bedrijven verder aan het infuus hebben gehouden van consultants, alsof ze het allemaal zelf niet weten. Daar zou ik nooit zo goed mee kunnen werken, maar wel bij een bureau dat zegt, “We helpen ze gewoon om het zelf te kunnen doen, door mee te werken en dan kunnen ze het daarna helemaal zelf. Om die transitie te versnellen zijn we er even bij, maar daarna kunnen ze het zelf.” Dat past wat meer bij mij.

Beate: Misschien nog even naar jou als leider. Wat voor een type leider ben jij?

Marianne: Ik denk heel sterk vanuit de inhoud, door de gedeelde idealen mijn energie en onverschrokkenheid geeft men mij de leiding. Ik denk dat dat het is, dat ze dat dan aan mij vragen om dat te doen. Dus dan voel ik dat ik het vertrouwen krijg en vervolgens ben ik soms ongeduldig als leider. Af en toe kom ik de fractie binnen stampen, omdat er snel iets moest gebeuren. Niet omdat ik boos was, maar dan loop ik op mijn hakken zo naar binnen en dan wisten ze, “We gaan even wat doen.” Anderen waren gewoon wat meer van reflectie, dat is dan allemaal weer spannend, om dat te doen. Maar ik hou er vervolgens wel van om uitgedaagd te worden om even drie keer na te denken, “Kan het ook wel? Wat zijn de voor- en nadelen?”, die dingen die mensen om me heen hebben, die wat meer contemplatief zijn op het moment van actie. Dat is een geweldige combinatie. Dus ik zoek eigenlijk altijd wel graag mensen om me heen die verschillende rollen kunnen nemen. Contemplatief, heel pragmatisch, organisatorisch heel sterk.

Dave: Wie zijn de inspiratiebronnen in je leven?

Marianne: Ewald Engelen, mijn man, is een enorme inspiratiebron. Dat is gewoon een wandelende boekenkast. Ewald, als je luistert, dat bedoel ik heel respectvol. Hij weet gewoon heel erg veel en hij kan me heel vaak ook dwarsverbanden laten zien en zo. Dus dat is een enorme inspiratie, en hij heeft ook dezelfde passie, dus dat inspireert over en weer. Wat meer internationaal bekendere types, Vandana Shiva, bijvoorbeeld. Zij strijdt voor schoon water en voor watermanagement in India en andere landen. Fantastische vrouw die me zeer inspireert. Dat doet ze ook heel sterk vanuit haar hart. Dat vind ik altijd mooi om te zien. En zo zijn er nog wel meer die mij heel erg inspireren.

Dave: Wat hebben Ewald en jij samen te doen?

Marianne: We hebben samen natuurlijk De kanarie in de kolenmijn geschreven, een boek dat vrij veel gelezen is. Het gaat over economische en ecologische problemen en hoe ze met elkaar samenhangen. Dus dat doen wij samen. We hebben ook regelmatig samen lezingen gegeven. Maar we hebben vooral heel veel gesprekken samen.

Dave: Voeding voor elkaar.

Marianne: Ja, absoluut.

Dave: We hebben een vast rubriekje in de podcast, daar zit een pleaser en een teaser in. De pleaser is de vraag: Wat is het grootste compliment wat je jezelf eigenlijk zou willen geven?

Marianne: Ondanks dat ik doodsbang op het moment dat ik die arena betreed, toch ga. Dat vind ik toch wel knap van mezelf. Dat is soms toch contra-intuïtief, maar ik ga wel. En achteraf ben ik wel heel trots dat ik het heb gedaan, ook al ben ik helemaal besmeurd en ben ik duizend keer gevallen, toch heb ik het maar gedaan.

Dave: De teaser, wat wij vooruitgang noemen, is natuurlijk in feite heel veel achteruitgang. Aan het begin zei je, “Het is een dunne lijn tussen je alles aantrekken en ervoor opkomen en noem maar op, en ook de lichtheid van het bestaan en de ruimte.” Hoe ga je daarmee om?

Marianne: Jullie podcast heet Leaders in Progress, vooruitgang betekent progress. Ik heb progress anders gedefinieerd, het is meer een flourishing en thriving. Dus meer in het bloeien, doordat je met elkaar iets doet, dat daardoor iets ontstaat wat je in je eentje niet kon bewerkstelligen. Die kracht van samen dingen doen, wat ten goede komt aan de natuur of dat er nog meer liefde komt, dat er meer begrip is, ik zie dat heel veel om me heen, dat dat gebeurt. Dat veel mensen elkaar vinden om een initiatief te beginnen, om het anders te doen. Dat kan in de tweedehands spullen zitten, dat kan bij wat jij doet met Buzz Women, wat dan zo groot wordt waardoor je opeens honderdduizenden vrouwen hebt weten te versterken in alles wat ze doen. Dat geeft mij hoop. Dat zijn vaak de kleine dingen, ook al zakt de moed je in de schoenen vanwege de grote problemen, ecologisch en economisch, maar omdat ze met elkaar samenhangen, net als een tapijt dat uit allemaal draden bestaat, als je aan één klein draadje trekt, trek je uiteindelijk toch het hele tapijt uit elkaar. Dat besef is een klein iets wat raakt aan zoveel problemen, dat kan al het begin zijn van het uit elkaar trekken van een onduurzaam tapijt, dat geeft mij hoop. Het lijkt allemaal zo complex omdat het zo met elkaar samenhangt, je kunt het ook makkelijk veranderen.

Dave: Je hoeft maar aan één draadje te trekken.

Marianne: En als iedereen dat nou doet, dan… Maar dat doet niet iedereen. Als ik dat zeg, denkt men ook meteen dat ik graag ook aan iedereen wil vertellen – die het nog niet weet – dat sociale veranderingen nooit door een meerderheid zijn geïnitieerd, maar altijd door een kleine groep mensen, en dat uiteindelijk de rest wel meegaat en zonder dat je het weet er een stille revolutie heeft plaatsgevonden en er opeens een hele paradigmaverandering heeft plaatsgevonden waarbij een nieuw normaal is ontstaan. Je hebt niet de meerderheid nodig, mensen denken altijd, ook als ik spreek voor een grote groep mensen, dan zeggen ze altijd tegen me, “Maar je spreekt tegen de al bekeerden. Je moet spreken met de mensen die het allemaal niet willen weten.” Maar hoe moeilijk is het om mensen proberen wakker te maken die doen alsof ze slapen? Die willen niet wakker gemaakt worden, dus je kunt beter ervoor zorgen dat je de mensen die het wel met je eens zijn, dat die goed geëquipeerd zijn met de juiste argumenten om vervolgens de wereld in te gaan en de twijfelaars of de mensen die voelen dat het een beetje anders moet, om die te inspireren om het anders te gaan doen. En dan werkt het als een olievlek.

Dave: Als je nu kijkt, in 2002 werd je gevraagd, met algemene instemming, “Jij wordt onze partijleider.”

Marianne: Ja, alle vier vonden ze dat een goed idee.

Dave: Nu zijn we 21 jaar verder, kun je ons een beetje meenemen, wat is er internationaal allemaal gebeurd? Ik weet dat er meerdere soortgelijke partijen zijn.

Marianne: 21 jaar later zijn er 21 andere politieke partijen voor de dieren ontstaan in de wereld. Dan heb ik het echt over Brazilië, over Oostenrijk, Finland, Amerika, in Engeland zitten ze in Alsager, dat is een stadje vlakbij Londen, daar zitten ze in een gemeenteraad. In Portugal zitten ze zowel in het nationaal parlement als in heel veel gemeenteraden. Er is een partij voor de dieren in het Europees Parlement, niet alleen van Nederland, maar ook van Duitsland. Dus je ziet het, met vier mensen een klein partijtje beginnen waar niemand op zat te wachten, dachten ze, nu zijn er ook andere partijen. Ook in Australië bijvoorbeeld zitten ze in het parlement. Dus het neemt eigenlijk alleen maar toe. Ik denk ook dat we op een golf zitten van verandering waardoor de partij ook steeds groter kan worden. En je ziet dat andere partijen het ook overnemen, waardoor het ook makkelijker wordt voor de partij om bijvoorbeeld ook een samenwerking aan te gaan.

Dave: De eer van jullie werk.

Marianne: Ja, dat is ook prachtig. Ook als ik dan af en toe denk, “En nu? Ik ben nu een nieuw pad aan het bewandelen, en dat is nog heel onzeker, waar gaat het allemaal naartoe?” Dan denk ik vaak ook, “Dat heb ik al wel gedaan, dat is er al, en dat is al heel erg mooi.” Dus dat is altijd heel mooi om je te realiseren, als je even niet meer goed weet hoe je je pad moet bewandelen.

Beate: Mooi gezegd. We zijn bijna door de tijd heen. Zijn er nog dingen die wij nog niet genoemd hebben, waarvan je zegt, “Daar moeten we het toch echt nog even over hebben”?

Marianne: Ja, als dat kan nog even over de kracht van vrouwen. Want Buzz Women gaat over de kracht van vrouwen, als mij iets hoop geeft, is het het feit dat veel vrouwen op cruciale posities op dit moment in besturen of ook zelfs in de regering bezig zijn met het verbreden van wat welvaart betekent van een land. Want we kennen natuurlijk allemaal het bruto nationaal product, zeg gewoon één cijfer waar alle economische activiteiten op worden gewaardeerd, en dan gaat het ofwel goed, want dan groeit het bruto nationaal product, of het gaat slecht. Dat zegt natuurlijk helemaal niets over hoe het gaat met een samenleving of een samenleving bloeit. Dan zie je dat de vrouwelijke presidenten in deze wereld bijna stuk voor stuk allemaal proberen om naar een breed welvaartsbegrip te gaan. Dat vind ik heel mooi, maar ook een vrouw in bijvoorbeeld Barbados die probeert om landen zoals Barbados van het schuldinfuus af te krijgen zodat ze verder kunnen. Dus de initiatieven vanuit vrouwen op allerlei posities, ook gewoon hier in Nederland, dat ze steeds meer een stem krijgen en dus ook meteen het ecologische perspectief meenemen, daar ben ik heel erg trots op. Dat er een nieuw perspectief komt door vrouwen gegeven.

Beate: Heef het in jouw loopbaan nog uitgemaakt dat je vrouw bent?

Marianne: Je bent vrouw en je komt op voor diertjes, dat is niet een ideale combinatie in de politiek. Want als vrouw word je al op een bepaalde manier behandeld of genegeerd. En dat is gelukkig al steeds minder het geval in het Haagse, maar daar heb je echt nog wel het hele masculiene. Er zijn nog veel wedstrijdjes ver pissen en zo in Den Haag. Maar het heeft ook wel een positief effect gehad, zeker naar de samenleving toe. De vrouw heeft het voordeel van geloofwaardigheid op die onderwerpen, op de onderwerpen als het gaat om kwetsbaarheid en mededogen. Dat merk je wel in de samenleving, dat klinkt heel traditioneel als ik het zeg, maar zo bedoel ik het niet. Maar het wordt wel gezien als geloofwaardig, dus dat kan ook helpen bij het groter maken van de beweging.

Dave: Echt en oprecht daarin. Wat ik meemaak in mijn dagelijkse praktijk is dat ik het gewoon zie gebeuren, de vrouw denkt veel meer vanuit het geheel en vanuit inclusie en mensen meenemen. Psychologisch hoef je het niet uit te leggen. 100% van de vrouwen die wij opleiden komen ecologisch in actie. Het is een soort afweging, “Moet ik dat nou doen, is dat goed of slecht?”, dat is een soort gegeven. Als dat het startpunt is, krijg je een hele andere soort dynamiek en hoef je ook niemand meer te overtuigen.

Marianne: Fijn dat jij dat ook gewoon zo ziet, en dat het dus niet alleen maar iets is wat we denken, “Dat zijn typisch vrouwelijke eigenschappen” of zoiets. Want dat hebben mannen natuurlijk ook, vrouwelijke eigenschappen. Maar het is wel mooi dat jij dat ook zo ziet. Vrouwen hebben echt gewoon een ander perspectief in te brengen.

Dave: Sterker nog, vrouwen vind ik veel strategischer.

Marianne: Ja, we kunnen ook keihard zijn, trouwens.

Dave: Natuurlijk.

Marianne: Ja, zeker. Dat moet ook, af en toe even duidelijke grenzen aangeven.

Beate: Dankjewel, Marianne. Ik heb nog een aantal steekwoorden van hetgeen je gezegd hebt. Je geeft aan dat dingen helen al heel jong voor jou van belang was. Je was zeer uitgesproken op jonge leeftijd, tegelijkertijd had je af en toe ook het licht nodig en zocht je af en toe de feesten op. Het Haagse heeft weinig vat op je gekregen. Je stond eigenlijk meer als activiste in de Kamer en niet zozeer als politica. Het mooie voorbeeld dat je ook één van de eerste was die een jurk met een boodschap daarbij droeg. Idealen wil je graag ook met mensen delen. De blik van de ander zorgt voor een verrijking binnen de menssoort, maar juist ook buiten de mensensoort. En je bent nu ook juist heel erg bezig van profit naar purpose, een nieuwe wereld waar je ook weer een hoop aan het ontdekken bent. Als leider kom je toch heel erg vanuit de inhoud. Je bent wat ongeduldig om vervolgens ook juist enorm uitgedaagd te worden om nog wat extra na te denken. Het grootste compliment, dat je soms doodsbang bent voor het betreden van de arena en er toch ingaat. Je hebt de meerderheid niet nodig voor sociale veranderingen, we kunnen nog veel meer zeggen, Marianne. Super, dankjewel voor je mooie bijdrage.

Marianne: Dankjewel, en jullie voor het maken van deze podcast. Want ik denk dat het belangrijk is om met elkaar soms ook goed na te denken over hoe we de wereld een beetje mooier kunnen maken. Daar dragen jullie ook aan bij met dit soort gesprekken. Dus dankjewel daarvoor.

Dave: Ook namens mij heel veel dank. Ik vind het echt super inspirerend en een diep respect voor wat je doet en gedaan hebt. Ik ben zelf niet zo Bijbels en zo, maar er is één uitspraak uit de Bijbel die voor mij heel leidend is, dat is, “De zachtmoedigen zullen de aarde beërven.” Daar vind ik je echt een heel groot voorbeeld in, de moedigheid om dat te doen wat nodig is, maar ook de zachtheid die eronder ligt door juist de dieren, de mensen, de liefde, de verbinding tussen mensen te zien, maar ook in jezelf. Super inspirerend, dus ik wil je heel erg danken. We hebben straks nog een cadeautje voor je. Succes met het afstuderen alvast.

Marianne: Het werk is geleverd, ik hoef alleen nog maar de boel op te halen, dus dat is mooi.

Dave: Kijk! Dankjewel.

Marianne: Dankjewel!

Dankjewel voor het luisteren naar deze aflevering van Leaders in Progress. We hopen dat je ervan genoten hebt en er de volgende keer weer bij bent wanneer we een nieuwe gast aan tafel hebben. Ben jij geïnspireerd en zou je ook willen werken aan vooruitgang? Dat kan; ga nu naar www.leadersinprogress.nl en kom in actie of neem direct contact met ons op via e-mail. Graag tot de volgende keer!

Recente reacties

    Categorieën

    Door deze site te gebruiken ga je akkoord met het plaatsen van cookies. Meer informatie

    Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.

    Sluiten