#25: Geertje Zeegers (transcriptie)

Welkom bij Leaders in Progress, de podcast over vrouwen die aan het roer staan van maatschappelijke veranderingen. Wie zijn ze, waar staan ze voor en waar gaan ze voor? Ik ben Nadine Klokke, CEO van Knab, de online bank die de financiële wereld van binnenuit vernieuwt. Ik ben Beate van Dongen Crombags, partner bij EY consulting. Wij creëren een betere wereld door organisaties te helpen op een duurzame manier te transformeren. En ik ben Dave Jongeneelen, medeoprichter van Buzz Women. Dagelijks stellen wij vrouwen over de hele wereld in staat vooruitgang vorm te geven. Waarom deze podcast? We willen je inspireren om aan het roer te gaan staan van je eigen bezieling en maatschappelijke vernieuwing. Welkom bij Leaders in Progress!

Beate: Welkom bij Leaders in Progress. We zijn hier vandaag in Austerlitz bij Better Meetings. Ik zit hier samen met Nadine, en vandaag te gast bij Leaders in Progress is Geertje Zeegers. Je bent geboren in Twente, hebt een aantal jaren in Amerika gewoond, even terug naar Twente en in Groningen gaan studeren. Je bent afgestudeerd als Sociaal Psycholoog en op dit moment woon je samen met je vent, Bas, in Amsterdam. Je noemde hem zelf je vent, dus dan mag ik dat ook doen.

Geertje: Zeker!

Beate: En met hond Lucy, niet te vergeten. Je bent Country Manager Nederland van Too Good to Go, het bedrijf is een initiatief om voedselverspilling tegen te gaan. Jij gaat echt vol passie de strijd aan om de schokkende hoeveelheid voedsel die dagelijks verspild wordt te redden en weer een plekje te geven in de voedselketen. Daarnaast ben je minister tegen verspilling in het ondernemerskabinet. Daar horen we ook graag wat meer over. Daarin werk je aan een beleid tegen voedselverspilling. Wat je daar ook zelf over zegt, er wordt ontzettend veel gepraat, maar nog niet zoveel gedaan. Daar wil jij ook echt iets in veranderen. Ik denk dat jij een toegewijd probleemoplosser bent, met lef en energie. Dus welkom in onze podcast, superfijn dat je er bent.

Geertje: Dankjewel, wat een mooie introductie!

Beate: Hoe zit je erbij hier?

Geertje: Na zo’n introductie heel erg goed, natuurlijk. Het kan niet beter. Ik heb er wel zin in, ik ben benieuwd.

Beate: Je vertelde net al, je bent ontzettend veel in de media de laatste tijd. Kun je daar iets meer over vertellen, hoezo?

Geertje: De afgelopen weken is er een soort wervelstorm van interesse of aandacht voor Too Good to Go en voor het thema van verspilling en voedselverspilling. Ik denk dat het een gecombineerd effect is van verschillende dingen. Enerzijds Prinsjesdag, dus ter ere van Prinsjesdag is er een gelegenheidskabinet geformeerd van ondernemers, het ondernemerskabinet. Om een geluid te laten horen van wat er nu speelt in ondernemend Nederland en wat ondernemers hopen dat ze te horen zouden krijgen op Prinsjesdag. Waaronder het thema verspilling. Waarom wordt er niet meer aan verspilling gedaan, en niet alleen over gepraat? Dus rondom die trend, je merkt dat er steeds meer over de klimaatcrisis wordt gesproken. Dus dat heeft ook heel erg met voedselverspilling een link. En ik denk dat de inflatie ook een reden is waarom er steeds meer aandacht is voor hoe mensen aan gezonde voeding komen op een betaalbare manier.

Beate: Ik stel voor dat we zo meteen even verder doorgaan op het voedselverspillingsthema en wat jij daar allemaal in doet. Maar misschien eerst maar even terug naar jou als persoon. Kun je iets meer vertellen over wie je bent, waar je vandaan komt en wat je ook heeft gevormd en wellicht ook je passie heeft gevormd die je hebt?

Geertje: Heb je even? Een heleboel vragen in één. Laat ik bij het simpele beginnen. Waar kom ik vandaan? Ik kom inderdaad uit Twente. Daar heb ik tot mijn twaalfde gewoond. Toevallig was ik van de week weer in Twente en het is toch altijd weer even thuis komen. Ik mocht aanschuiven bij de eettafel van een goede vriendin van mij, haar moeder had gekookt. Echt even weer eens een lekker AGV’tje gegeten. Dus dat zit nog altijd ergens in mijn wortels.

Beate: Even over die eettafel, als je het dan hebt over bij jou thuis vroeger aan de eettafel, hoe ging dat?

Geertje: Dat ging heel anders. Ik kom echt uit een eet-liefhebbende familie, ook kookliefhebbers. Wij waren een beetje het gekke gezin in Wierde, waar ik woonde. Want wij gingen naar de Ginsel, dat is een reformwinkel waar het altijd een beetje muffig rook. En wij aten tofoe. Dan had mijn moeder weer een sapkuur dat ze deed. Dus wij waren een beetje apart in de lijst. Dus als ik dan bij mijn beste vriendinnetje thuis kwam, mijn tweede thuis, kreeg ik altijd een extra gehaktballetje en een gekookte aardappel op mijn bord gelegd. Dus eten was ontzettend belangrijk en het is nog steeds ontzettend belangrijk voor ons. Als ik aan de ontbijttafel zit, gaat het vaak over, “Wat gaan we vanavond en morgen en de rest van de week eten?” Dus de liefde voor eten zit wel heel diep. En dus ook de waardering daarvoor en het feit dat je er moeite voor doet om te koken en uren bezig bent of zelfs alleen maar een halfuur bezig. Dat je daar ook waardering voor hebt. Die gaat wel vrij ver. Ik kan daar enorm van genieten, ook van die gehaktballen met gekookte aardappel en jus.

Nadine: Was dat dat AGV’tje?

Geertje: Dat was een gehaktbal, gekookte aardappelen met jus, zelfgemaakte appelmoes en zelfgemaakte rode kool. Klassieker kon het niet.

Nadine: Nee, klassieker kan het niet. Ik zat me net af te vragen, wat zou je ermee bedoelen? Maar dat beeld heb ik.

Geertje: Aardappel, groenten, vlees.

Nadine: Ja, precies.

Geertje: Om 18.15 uur.

Nadine: Perfect.

Geertje: Ja. Daarom kwamen we op Twente, dat is altijd een beetje thuiskomen. Ik heb vijf jaar in Amerika gezeten, van mijn twaalfde tot mijn zeventiende. Dus dat heeft me ook zeker enorm gevormd, dat zijn je puberjaren. Ik ben weggegaan op mijn zeventiende omdat ik dacht, “Ik wil niet blijven in Amerika.” Ik was klaar met high school, maar ik dacht, “Als ik hier ga studeren, kom ik vast één of andere leuke kerel tegen en dan ga ik nooit meer weg, dus laat ik maar teruggaan.” Ik wist dat ik niet wilde blijven wonen in Amerika. Ik ben te nuchter voor Amerikanen.

Nadine: Kun je dat iets verder duiden?

Geertje: Naar mate ik langer weg ben en ook verder in het zakenleven of in het werkende leven zit, heb ik ook steeds meer waardering voor Amerikanen. Dus de manier waarop zij iets groot kunnen maken en ook echt iets kunnen vieren. Een simpel voorbeeld is, als je in een New York marathon staat of een Amsterdam marathon, dat is een klein verschil. Dus Amerikanen gaan helemaal los als ze je aanmoedigen en in Amsterdam staan ze klappend langs de kant als je geluk hebt en dan zeggen ze, “Hup, hup, zet hem op.” Dus dat enthousiasme, dat waardeer ik enorm. Maar toen ik daar woonde, was het ook wat oppervlakkig. Iemand legde me uit dat je perziken hebt en kokosnoten. Ik vond het een fantastische vergelijking. De Amerikaanse cultuur is een perzik, dus aan de buitenkant heel erg zacht en knuffelig, maar vanbinnen is het hard en daar kom je niet echt door. Dus als je in eerste instantie daar komt, zullen mensen altijd heel vriendelijk zeggen, “Kom mee, kom lekker eten. Als je bij me thuis wil komen, geen probleem.” Maar als het er dan op aankomt, gebeurt het eigenlijk niet. Nederlanders zijn kokosnoten, die zijn wat harder en stekeliger aan de buitenkant, je komt er ook moeilijker tussen. Maar als je er dan in zit, zit daar het vruchtvlees en de zachtheid. Dan zit je er ook echt in. Ik ben wat meer een kokosnoot, denk ik.

Nadine: Het is ook wel mooi dat je het toen besefte, dat je zo bewust koos.

Geertje: Ik weet niet of ik me toen zo bewust besefte waarom, maar het gevoel “Ik wil hier niet blijven” was er. En hoewel ik best een nerd ben, blijk ik stiekem ook best wel een beetje een gevoelsmens te zijn. Dus ik had gewoon bedacht dat ik daar niet ging blijven.

Beate: Je ouders bleven in Amerika?

Geertje: Mijn moeder en mijn stiefvader bleven in Amerika en mijn vader en mijn stiefmoeder woonden nog in Nederland. Het klinkt als een heel dapper besluit, maar ik kon gewoon bij mijn vader en mijn stiefmoeder wonen. Op een bepaald moment voelde ik, “Ik ga dit doen” en dan ga ik dat ook doen. Het is best ook een hele goede keuze geweest. Ik zou het hartstikke leuk vinden om nog een keer twee jaar in Amerika te zitten, maar niet permanent.

Beate: Dan ben je naar Groningen gegaan?

Geertje: Ik ben naar Groningen gegaan om te studeren. Een ontzettend leuke studiestad. Ik dacht ook, “Waarschijnlijk ga je er anders nooit wonen, dus laat ik er maar gaan studeren. Dan zie ik die kant van het land ook nog eens.” Na Groningen ben ik in Utrecht beland, en uiteindelijk in Amsterdam.

Beate: Even terug naar jouw passie, want je hebt nu echt een enorme passie om die voedselverspilling tegen te gaan. Wat heeft die passie zo gecreëerd?

Geertje: Ik denk de liefde voor eten. Heeft één van jullie weleens een moestuintje gehad of met je kinderen een moestuintje of zo?

Beate: Ja.

Geertje: Als je dan ziet hoeveel moeite er gaat in het maken van een wortel…

Beate: Ik ben er nooit zo succesvol in geweest.

Geertje: Maar dat bedoel ik, of een tomaat, dat is best wel moeilijk. Het lukt mij ook niet, trouwens. En als je dan ziet hoeveel energie – enerzijds menselijke energie, maar ook tastbare energie waar CO2 gebruikt wordt om iets te produceren – er in een product wordt gestoken om je dan te beseffen dat meer dan een derde van al het eten dat gemaakt wordt, weggegooid wordt, als een bakker drie broden maakt, je er eentje kan weggooien, dat past gewoon niet in mijn hoofd. Dat begrijp ik gewoon niet. En dat heb ik altijd al wel gehad, dat ik dat heel moeilijk vond. En ik denk dat ik nu een plek heb gevonden waar ik daar ook iets mee kan.

Beate: Kun je iets meer vertellen over Too Good to Go?

Geertje: Zeker, natuurlijk. Daar kan ik heel veel over vertellen. In het kort, we zijn een bedrijf wat zich richt op het voorkomen van voedselverspilling of het tegengaan van voedselverspilling. We hebben een hele duidelijke missie en visie. Onze droom is echt een wereld zonder voedselverspilling en onze missie is iedereen in staat stellen en inspireren om samen echt concreet iets te doen tegen verspilling. De kern is echt inspiratie en mensen de mogelijkheid bieden om in actie te komen. De meest concrete manier waarop we dat doen is via onze app. We hebben een app waarin we supermarkten, bakkerijen, slagers, restaurants die op het einde van de dag eten over hebben wat de volgende dag niet meer verkocht kan worden, omdat het bijvoorbeeld tegen THT aanzit, verbinden met consumenten die dat vervolgens tegen gereduceerd tarief reserveren en ophalen bij die winkel. Dat concept is heel simpel en werkt heel erg goed. Het geld wat we daarmee verdienen, gebruiken we weer om te investeren in andere initiatieven om die voedselverspilling tegen te gaan zoals programma’s op scholen, campagnes om consumenten weer te leren hun zintuigen te gebruiken, kijk-ruik-proef-campagnes. Een stukje lobby, dat ondernemerskabinet, dat soort initiatieven zijn daar ook wel onderdeel van. Dus dat doen we in a nutshell.

Beate: Dan even terug naar de app, wordt die een beetje gebruikt?

Geertje: Wat een mooie vraag! Zeker wordt die gebruikt. Zonder jullie helemaal dood te gooien met cijfers, er zitten ruim drie miljoen consumenten op de app. We drukken alles uit in geredde maaltijden, dus je haalt je eten op in de vorm van een magic bag, een verrassingspakket, je moet een beetje denken aan een kerstpakket, want je weet natuurlijk niet precies wat er aan het einde van de dag over is. Elke magic bag is één geredde maaltijd, daar doen we er ongeveer 500.000 per maand van in Nederland. Dus dat gaat eigenlijk hartstikke goed.

Beate: En waarom doen consumenten hieraan mee?

Geertje: Drie redenen. We hebben het onderzocht, de eerste is, grappig genoeg, het milieu. Dus de eerste reden waarom mensen het doen is omdat ze zeggen, “Daarmee doe ik iets goed voor de wereld.” Het tweede, nog opvallender, is het verrassingseffect. Dus wij Nederlanders houden blijkbaar van het kerstpakketeffect. En het derde is de prijs. Ik ben heel nieuwsgierig, want voor een derde van de prijs haal je dat eten op, ik ben heel benieuwd of dat nog gaat veranderen het komende jaar. Maar dat zijn de drie grootste redenen.

Beate: Maakt het voor jullie om wat voor een reden mensen meedoen?

Geertje: Dat maakt mij echt geen snars uit, als ze het maar redden. Het maakt me echt niet uit. En dat is het fijne van het model, het is een win-win-win. Er zitten voor meerdere mensen redenen achter om het te doen en het interesseert me echt totaal niet. Ik vind het heel fijn als mensen het doen vanwege het milieu en dat ze zich beseffen dat ze daarmee iets positiefs bijdragen, want dan is er misschien meer bewustwording. Als het eten maar gered wordt.

Beate: En volgens mij hebben jullie de bijdrage aan het milieu ook berekend, wat het betekent in CO2-uitstoot, toch?

Geertje: Ja, dan moet ik het even goed zeggen. Per geredde magic bag red je 2,5 kilogram CO2. We hebben inmiddels iets meer dan 15 miljoen maaltijden gered, dus dan zit je aan ruim dertig miljoen kilogram CO2-uitstoot. Normaal zou ik je kunnen vertellen hoeveel vluchten van Amsterdam naar New York dat is, maar dat heb ik even niet paraat. Ik weet wel dat ik laatst had uitgerekend – dat is misschien wel een goede vergelijking, ik wilde aan het team ook even zichtbaar maken wat het nou betekent – die tasjes zijn een soort papieren tasjes, als je die nou allemaal tegen elkaar aanzet, dan wel in de lengte en niet in de breedte want je wil natuurlijk de maximale lengte, dan kan je met die vijftien miljoen tasjes vanuit ons kantoor in Copenhagen, naar Amsterdam, naar Gent, naar Parijs, naar Madrid, via Milaan naar Zurich en dan kan je nog een duik nemen in het meer van Geneve. Dat is ongeveer de hoeveelheid kilometers aan tasjes die we gered hebben met elkaar. En dan mis ik nog Lissabon, geloof ik. Dus best veel.

Beate: Dat is indrukwekkend.

Geertje: Ja.

Nadine: Waarom ben jij op die plek terechtgekomen?

Geertje: Dat zou je eigenlijk aan degenen die me aangenomen hebben moeten vragen. Het was ook een kwestie van een goede timing, denk ik. Het zit in de combinatie van mijn achtergrond, ik heb vijftien jaar in de data en AI gewerkt, dus echt de technische datakant. Daarin heb ik mede een bureau geleid. Mijn liefde voor eten is cruciaal, als je dat niet hebt, moet je vooral niet bij Too Good to Go gaan werken. En mijn hele expliciete wens om zelf leiding te geven en een team uit te bouwen wat al wel bestond, dus heel expliciet niet een startupfase, maar echt al een scaleup fase, en dat een stap verder te brengen. Dat was echt mijn wensenlijstje, dat ik die dingen kon combineren.

Nadine: Briljant!

Geertje: Voor de mensen die weleens van banen wisselen, de meeste mensen maken wel een lijstje, denk ik, wat ze willen en wat ze expliciet niet willen. Ik was met allemaal mensen aan het praten, gewoon om te horen “Waarom doe je wat je doet en wat vind jij belangrijk?” Dat hielp mij dat lijstje elke keer een beetje aan te scherpen en aan te vullen voor mezelf. Op een gegeven moment stuurde iemand in mijn netwerk deze rol door en zei, “Volgens mij is dit precies wat je zoekt.” Ik dacht, “Gewoon eens even kijken.” Ik open het en het waren letterlijk alle vinkjes die ik wilde hebben. Dat eentje wist ik nog niet, ik had mezelf voorgenomen, “Ik ga niet meer met eikels samenwerken; no more assholes.” Maar dat weet je natuurlijk niet van tevoren en ik had wat filmpjes gezien van het global management team, ik dacht, “Het lijken me best leuke mensen.” Maar die is aangevinkt, in de sollicitatierondes heb ik expliciet de vraag gesteld hoeveel eikels er werkten. Er kwam een goed antwoord op, dus het waren er niet zoveel.

Nadine: Mooi! Je zit er nu anderhalf jaar?

Geertje: Ja.

Nadine: Wat had je eigenlijk niet bij je toen je startte in deze rol?

Geertje: Hoe bedoel je?

Nadine: Qua vaardigheden of leiderschapskwaliteiten waarvan je gemerkt hebt, “Dis is echt anders, dit is nieuw voor me”?

Geertje: Ik kom uit de consultancy, dus je staat altijd aan de zijlijn eigenlijk. Zo voelt dat niet altijd, als je al lang met partijen bezig bent, voelt ook best wel vaak alsof je een beetje onderdeel van die organisatie bent. Ik wilde heel expliciet in een organisatie zitten en echt eindverantwoordelijk zijn voor een PNL, voor een team, et cetera. Eén van de grote verschillen is wel dat dit ook echt wel een mensenrol is. De mate van het bouwen van het team en de mensengezondheid, dat is toch een gezegde: ik wens je veel personeel toe, die had ik wat onderschat, denk ik. Of niet onderschat, per se, want ik had er niet echt een inschatting van gemaakt, maar dat je heel veel tijd kwijt bent met het mensenstuk. Dat is wel anders dan ik gewend was in ieder geval. Dat was veel meer klantgericht.

Nadine: Daarnet zei je, “Ik ben eigenlijk best een nerd, maar misschien toch iets meer een gevoelsmens dan ik dacht.” Heb je dat hierin ontdekt?

Geertje: Nee, dat is de afgelopen jaren gegaan. Dus ik ben bijvoorbeeld ook heel gevoelsmatig weggegaan bij mijn vorige organisatie. Ik zat daar vijftien jaar, ik was net na een lange wens partner geworden. Dat was ik net vier jaar, en er zijn zoveel mensen die zeiden, “Maar Geertje, je bent nu net partner, vier jaar, bij een bedrijf gespecialiseerd in AI, één van de grootste groeiende vakgebieden van de wereld bij een succesvol bedrijf. Wat doe je? Waarom ga je weg? Dit is toch het moment om te blijven en heel veel geld te verdienen?” Toen dacht ik, “Het voelt gewoon alsof ik weg moet.”

Beate: En waarom ging je weg? Wat voelde je dat je weg moest?

Geertje: Een samenloop. Het schuurde een beetje in mijn rol. Ten opzichte van de andere partners was ik een ietwat ander profiel, dus een wat zachter profiel, denk ik. En dat schuurde een beetje. Dus wat zou een partner van een consultancy bedrijf moeten kunnen en hoe dat is. Ik had daar andere ideeën over, dat schuurde. Niet tot grote ontploffingen, maar het schuurde wel. Ik had mensen in het team waarvan ik dacht, “Die zouden eigenlijk eens door moeten stromen.” En grappig genoeg, hoewel het een super dynamische organisatie was, ik merkte dat ik een beetje in een soort sleur begon te komen. En toen dacht ik, “Daar ben ik echt veel te jong voor.” Dus dat zijn allemaal redenen van ontevreden, om weg te gaan, of het negatieve. En ik had ook wel zin in iets nieuws, als ik heel eerlijk ben. Ik had echt zin om gewoon weer eens een nieuwe omgeving te zien. Het was echt een beetje Pipi Langkous, “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan. Ik wil weleens een organisatie zelf leiden en niet aan de zijlijn staan. Ik denk namelijk dat ik dat wel kan.” Dat dacht ik. Zo ging het.

Beate: In je huidige rol draag je natuurlijk ook een stukje bij aan een betere wereld. Is dat een hele bewuste keuze, of is dat ook iets wat toevallig op je pad kwam daarin?

Geertje: Ik heb een tijd lang gedacht dat dat de kers op de taart zou mogen zijn, dat zou ik wel heel graag willen. Ik wil absoluut voor een bedrijf werken waar ik het gevoel heb dat ik iets goeds doe. Dat had ik in mijn vorige organisatie ook, ik dacht, “Hoe leid ik mensen op?” En toen dacht ik, “Ik voeg echt iets toe aan die levens van mensen.” Dat klinkt dan heel groots, zo bedoel ik het niet. Ik merk nu wel dat ik hier zit, het gevoel was de kerst op de taart, maar toen dat voedselsysteem… Ik dacht, “Wat wil ik dan in de food?” Toen dacht ik, “Dan wil ik wel iets positiefs bijdragen. Ik kan niet voor een organisatie gaan werken die bijdraagt aan het feit dat er eten wordt weggegooid of overproductie is of ongezonde voeding.” Ik had ook met andere organisaties gesproken en toen dacht ik, “Nee, dit moet ik niet gaan doen.” Dat voelde niet goed. En nu, als ik hier zit, merk ik ook de enorme toegevoegde waarde van elke dag naar je werk gaan en je realiseren dat wat je die dag doet echt heel concreet, heel tastbaar is. Ik zie gewoon, “We hebben vandaag weer 20.000 tasjes gered. Dat is weer 40.000 kg.” Dat is wel heel bijzonder. En ook bijzonder fijn.

Beate: Je vertelde net ook over dat je het ontzettend leuk vindt met het team bezig te zijn. Kun je daar iets meer over vertellen?

Geertje: Niet altijd, hoor. Nee, hoor, grapje! Ik ben ervan overtuigd dat iedereen goed is in iets. Het is dan wel de kunst om te ontdekken wat dat precies is en of dat ook op de juiste plek en op het juiste moment is voor ons als organisatie. Waar ik heel enthousiast en heel blij van word is als ik zie dat het lukt. Als ik denk, “Die floreert echt”, en het is een win-win, dat kan eigenlijk niet anders, anders floreer je ook niet, denk ik. Dat vind ik echt heel erg leuk. De taaie kant is natuurlijk als dat niet lukt. Dat vind ik ingewikkelder.

Beate: Hoe ga je daarmee om?

Geertje: Dat is nog steeds een work in progress, denk ik, als ik heel eerlijk ben. Want het raakt me echt wel persoonlijk ook, op de ene of andere manier. Ik neem het echt mee naar huis. Ik ben er dan wel van overtuigd dat het een goede keuze, bijvoorbeeld is als je afscheid moet nemen van iemand of je moet een contract niet verlengen. En ik weet dan, in rationeel, dat het een goede keuze is. Ik weet ook dat het ook voor die persoon een goede keuze is, want als iemand niet op de goede plek zit, dan gaan ze echt niet gelukkig worden en dat moet je niet in stand houden. Maar het raakt me altijd wel. Ik kan daar echt wel even een beetje sikkeneurig van zijn.

Nadine: Vind je dat niet oké?

Geertje: Nee, ik vind dat wel oké. Ik vind het eigenlijk juist goed dat het me raakt. Er zijn mensen die daar dan ogenschijnlijk heel erg rechtlijnig in zijn en die overkomen alsof het hen niets doet. Dat heb ik gewoon niet. En ik vraag me weleens af of het feit dat het me raakt me in de weg zit om sneller een keuze te maken. Ik ben er niet over uit, ik heb niet per se gezegd dat het zo is, maar soms denk ik, “Misschien had ik deze call eerder moeten maken. Dan was het voor de persoon in kwestie en voor ons beter geweest.”

Nadine: Bouw je dat standaard in, dat soort reflectiemomenten?

Geertje: Ja, en het gebeurt ergens ook wel vanzelf. Dus ik reflecteer altijd wel, al is het maar vijf minuten, “Is het nou goed gegaan of niet? Wat had ik beter kunnen doen?”, er is helaas altijd iets wat beter kan. Of gelukkig maar, het is maar hoe je het bekijkt. Sowieso doe ik één keer per jaar dat glas wijn met mezelf om te kijken hoe het gaat, en tussendoor zijn er veel kleine reflectiemomenten. Zeker als het om dit soort mensentopics gaat, dan is er altijd reflectie, “Hoe hebben we het gedaan, hoe heb ik het gedaan? Wat zou de volgende keer anders moeten? Zijn we tevreden of niet? Waarom niet?” Dat zit er echt wel standaard ingebouwd.

Nadine: Maar als je dan terugkijkt naar dat soort reflectiemomenten, is dan het belangrijkste wat je anders gedaan hebt uit die evaluaties of wat je zou willen doen die besluitvaardigheid versnellen? Wat is je belangrijkste learning als je terugkijkt?

Geertje: Voor mezelf soms de besluitvaardigheid, maar ik zeg altijd, “Je moet geen aannames maken, want je kan gewoon niet inschatten.” Maar ik merk ook wel bij dit soort reflecties dat het toch vaak in aannames valt. Dus veel explicieter van tevoren zijn over wat de consequenties zijn voor bepaalde acties voor iemand of waar je naartoe wil. Mensen zien het gewoon niet altijd, en we werken met vrij jonge mensen voor wie het hun eerste of hun tweede baan is, waarvan je denkt, “Als ik je nu vertel dat je al een half jaar niet goed performt en dat je beoordelingen niet goed zijn”, dan zou bij mij een belletje gaan rinkelen dat dat toch echt niet zo’n goed idee is. Maar ik merk dat ik veel explicieter daarover mag zijn, in sommige gevallen. Dat betekent dus ook, als je nog drie maanden niet goed performt, dat er ook consequenties aan zitten en dan moet ik dus nog explicieter zijn en zeggen, “Er is niet alleen een consequentie, maar er is de consequentie dat we uit elkaar gaan, dat we dus afscheid gaan nemen van elkaar.” En die stapjes, dat allerlaatste stukje, dat mis ik weleens.

Nadine: Weet je waarom?

Geertje: Er komt dit weekend een interview, ik was een tijdje geleden geïnterviewd en toen vroegen ze me ook, “Waar heb je recent feedback over gekregen?” En dat relateert hier ook wel aan. Ik ben heel positief ingesteld, dus ik geef ook heel veel ruimte aan de zonnigheid en de plussen. En ik geef soms te weinig ruimte aan de negatieve dingen. Terwijl die er ook mogen zijn, dat is het helemaal niet. Alleen, ik zie ze soms wat minder. Ik denk dat dit hier ook een onderdeel van is, dat ik graag vooruit kijk en niet terug. Ik denk dat dat het niet helpt, om dan heel erg expliciet te zijn. Dat is mijn hypothese, die is nog niet helemaal getest.

Nadine: Dat is ook wel goed, je moet de hypothese nog ontkrachten.

Beate: Dat hoort wel bij je achtergrond.

Geertje: Zeker!

Beate: Een hele andere vraag, want jij bent natuurlijk in het ondernemerskabinet minister van verspilling. Kun je daar iets meer over vertellen? Wat doe je dan, als minister van verspilling?

Geertje: Tot op heden heb ik twee keer een interview gegeven en dat was het dan ook. Dus gewoon een goede mening hebben over iets en dat dan heel hard verkondigen. Nee, het ondernemerskabinet is een initiatief van de ondernemer, die dat hebben opgezet ter ere van prinsjesdag. Die zeiden, “Er moet eigenlijk een kabinet komen wat wel actie onderneemt en wat aandacht heeft voor de ondernemer.” Het is een ietwat ludieke actie, dus het is me nog niet helemaal duidelijk of we over een maand nog steeds het kabinet zijn. Maar onder leiding van Annemarie van Gaal als premier was het idee dat wij een statement zouden maken over wat wij vinden dat er eigenlijk in Nederland voor ondernemend Nederland aandacht voor moet komen. En ik mocht als minister van verspilling een statement uitbrengen over hoe ik denk dat het kabinet om zou moeten gaan met verspilling tegengaan.

Nadine: Nou?

Geertje: Vertel eens?

Nadine: Natuurlijk!

Geertje: Verschillende manieren. Dus één is, ik vind het onbegrijpelijk dat überhaupt voedselverspilling geen onderdeel is van de klimaatdiscussie. Dus wereldwijd is voedselverspilling verantwoordelijk voor 10% van de CO2-uitstoot. We hebben discussies over stikstof en landbouw en klimaat en het gaat niet over voedselverspilling. Het moet überhaupt veel prominenter op de agenda. Bijvoorbeeld over de hele stikstofproblematiek waar ik absoluut geen oplossing voor heb, maar als we het hebben over bijvoorbeeld vee en je gaat ervan uit dat één derde van al het eten verspild wordt en er dus energie en stikstof en methaan enzovoort, maar van die drie koeien er eentje voor niets wordt geslacht, dat begrijp ik dus gewoon niet, waarom dan voedselverspilling geen onderdeel van het gesprek is. Dat is één. Heel praktisch, er zijn heel veel bedrijven die al heel veel goede dingen doen, er zijn echt wel een aantal retailers die bijvoorbeeld echt goede acties ondernemen om voedselverspilling tegen te gaan. Die ofwel eigen oplossingen hebben, met ons samenwerken, met voedselbanken samenwerken, beloon die alsjeblieft. Er is de Ladder van Moerman, dat is een soort hiërarchie die zegt wat de meest wenselijke situatie is voor voedsel. Dus eten dat geproduceerd wordt voor consumenten, voor mensen, zou je het liefst willen dat die in de menselijke maag belandt. Dat is het meest wenselijke. Als dat niet lukt, is het meest menselijke dat het wordt omgekat, dus dat er soep van wordt gemaakt of de kromme komkommers of iets dergelijks, dat dingen worden gedroogd of noem maar op. Dan kom je vervolgens terecht in het stukje veevoer, dat dierlijke eiwitten worden geproduceerd. Dan kom je op alternatieve energievormen, bijvoorbeeld vergisters en daarna zit pas ergens een keer de stort of andere dingen. Beloon de bedrijven die bovenin zitten en dus menselijke consumptie doen. En straf anders de bedrijven die onderin zitten. Een heel praktisch voorbeeld, wat mij ernstige zorgen baart is de hele gasdiscussie, alternatieve bronnen van gas, dat er enorme subsidies op biovergisters zitten. Waarom doen we dat? Want vergisters worden natuurlijk gevoed met reststromen. Die reststromen zouden veel eerder in de ladder moeten zitten. Dus dat zijn hele praktische aan de bedrijfskant. En daarnaast, de helft van de verspilling vindt bij consumenten thuis plaats. Dus laten we alsjeblieft iets gaan doen aan houdbaarheidsdata op verpakkingen. Het is werkelijk ongelooflijk, want wij consumenten snappen niet meer dat je kan kijken, ruiken en proeven, maar denken, “Een THT, ’ten minste houdbaar tot’ oftewel ‘vaak nog goed na’.” Dat staat op een verpakking, maar mensen vergeten dat of weten dat niet meer. Maar dat er op droge goederen, rijst, pasta, conserven, daar staan allemaal THT’s op. Van mij mogen ze eraf. En laten we gewoon lekker gaan kijken, ruiken en proeven en laten we dan ook een campagne doen.

Nadine: Wat ligt daaronder, denk je? Onder dat dat zo strikt is?

Geertje: Risicovermijding, en dat is ook hartstikke goed. Dus laten we vooropstellen, het is hartstikke fijn dat wij in Nederland voedselzekerheid hebben, dat we gezonde voeding kunnen eten waar we niet ziek van worden. Ik denk dat we daar een beetje in zijn doorgeslagen. We hadden vroeger nog een melkboer in Wierde, er stond geen houdbaarheidsdatum op die flessen. Dan rook je gewoon aan de fles of het nog goed was.

Nadine: En die ging de week erna gewoon in het mandje.

Geertje: Die ging de week erna in het mandje. Ja, zo ging dat. Dan zetten we hem neer en dan kwam de SRV-wagen. Ik zeg niet dat we terug moeten naar die tijd, maar ik denk dat we echt een beetje zijn doorgeslagen. Je hebt een TGT, ’te gebruiken tot’, dat is een risico. Dat geeft aan, “Als je het product na deze datum eet, dan heb je een risico voor je gezondheid.” Dat zit bijvoorbeeld op vlees en vis. En ’tenminste houdbaar tot’ is in feite een kwaliteitsgarantie van de producent, tot die datum is het zoals zij vinden dat het moet zijn. Dus dat pak chips is precies zo krakerig en smaakvol als zij willen.

Nadine: En dat is nu al zo, dus je hebt TGT en THT?

Geertje: Dat is nu.

Nadine: Grappig, dat heb ik me niet eens gerealiseerd.

Geertje: Maar alles waar een THT op zit, heeft dus niets met voedselveiligheid te maken. Dat heeft te maken met kwaliteit. We hebben een grote campagne gelanceerd, ‘Kijk, ruik, proef’, met inmiddels twintig producenten, waar dus een ‘kijk, ruik, proef’ logo op de verpakkingen komt te staan. Ter ere daarvan hadden wij ons team gevraagd, “Duik je keukenkastje in, duik het keukenkastje van je schoonmoeder in en diep dat ene blikje, potje, dingetje op wat ongeopend is met een THT die al lang verlopen is. Neem het mee naar kantoor en dan gaan wij met z’n allen kijken, ruiken en proeven en zetten we er ook een paar nieuwe versies van hetzelfde product naast en dan gaan we blind testen of we het verschil kunnen proeven.” Dat was fantastisch. Ik zou iedereen aanraden om het te doen. Het oudste was een blikje sardientjes uit 1999. Ik moet heel eerlijk toegeven dat ik lichte twijfel had toen het blikje openging en ik dacht, “Ga ik dit doen?” Maar het was gewoon goed, dat kun je gewoon eten en je proeft echt geen enkel verschil met een nieuw blikje sardientjes.

Beate: Maar hier zou je natuurlijk veel meer mee kunnen.

Geertje: Ja, dat denk ik ook. Maar wat, is dan de vraag.

Beate: Lijkt me een leuk bedrijfsuitje, laten we daar maar eens over doorpraten.

Geertje: Dit moet ook veel groter, denk ik.

Beate: We grappen over dat ondernemerskabinet en je rol als minister daarin. Maar wat moet er nou gebeuren om dit ook echt de aandacht te geven en de impact te laten krijgen die nodig is hierin?

Geertje: Dat vind ik een hele goede vraag en niet makkelijk te beantwoorden. Ik ben natuurlijk geen politicus in die zin. Ik denk dat het zou helpen, als je het over politiek hebt, dat die portefeuille bij één ministerie ligt. Het is nu wat versnipperd. Dus biovergisters ligt ergens anders, hergebruik van reststromen ligt weer ergens anders dan klimaat, ligt weer ergens anders dan voedsel, waardoor het overal en nergens ligt. Dus ik denk dat het al zou helpen, misschien moet er gewoon letterlijk een minister van verspilling komen in het kabinet.

Beate: En je bent natuurlijk een sociaal psycholoog, zou je daar iets mee kunnen qua inzetten van de menigte?

Geertje: De gedragsverandering vooral. Ik denk de gedragsverandering stimuleren bij consumenten. Ik heb die noot nog niet helemaal gekraakt, we zijn het nu gewoon aan het doen. Ik zei net ook al, “Er moet meer gedaan worden in plaats van gepraat.” Dus met producenten hebben we gezegd, “Laten we het gewoon gaan doen. Laten we die logo’s op verpakkingen zetten en kijken of het werkt.” En het is heel gaaf dat die producenten dan zeggen, “Oké, gaan we doen.” Ik denk dat er nog veel meer initiatieven mogelijk zijn, kinderen voeden hun ouders de laatste tijd ook wat meer op hierop. Ik weet niet hoe dat bij jullie zit, maar ik hoor steeds vaker verhalen dat mensen zeggen, “Mijn dochter zei, ‘Papa, dat is nog goed, hoor’.” Dat het niet weg mocht, dat vind ik dan wel heel grappig. Dus er moet op heel veel verschillende gebieden wat gebeuren.

Nadine: Is dat dan ook vanuit jouw organisatie nu de ambitie naar voren toe?

Geertje: Het is er zeker onderdeel van. Dus enerzijds is dat groei van ons huidige platform, anderzijds is dat voedselverspilling eerder in de keten aanpakken. Dus bijvoorbeeld bij producenten, want ook bij producenten, onder andere door die THT’s, is er ook heel veel verspilling. Derving noemen we dat dan, die nu nog niet een goede weg naar consumenten kan vinden of altijd vindt. En inderdaad het hele consumentengedeelte, dus wij, consumenten thuis, in de keuken, aanwezig zijn en zorgen dat er ook iets gebeurt. Dat is zeker onderdeel van de groei.

Nadine: Wat ik me nog zat af te vragen, de keten die gebruikt wordt naar het eindproduct wat in de winkel ligt, geldt daar hetzelfde mechanisme? Heb je daar ook hetzelfde soort begrippen als THT, in de business-to-business markt?

Geertje: Ja, het begint natuurlijk bij een producent, of dat nou een boer is of iets later in de keten, bijvoorbeeld een partij als Unilever, je hebt transport, packaging en handling, dat zijn allemaal onderdelen. Ik leer ook steeds meer in het afgelopen anderhalf jaar. Maar het is zo dat bijvoorbeeld een producent van levensmiddelen een houdbaarheidsdatum heeft, laten we zeggen op pindakaas. Als die houdbaarheidsdatum niet langer is dan bijvoorbeeld drie of zes maanden, dan zegt een supermarkt, “Bedankt, maar die partij pindakaas wil ik niet meer, want dan loop ik een risico dat ik het niet meer verkocht krijg en dan zit ik er vervolgens mee, met al die pindakaas. Dus behoud die pallets pindakaas maar, geef mij maar die pallets waar die langere houdbaarheidsdatum op zit.” Dan probeert een producent dat altijd nog via andere wegen verkocht te krijgen, via de Xenos of andere plekken hier in Nederland. En dan nog steeds is er nog heel veel wat overblijft, of bijvoorbeeld fouten op verpakkingen waardoor het niet verkocht kan worden. Recent was er een voorbeeld, een partij had allemaal Russische verpakkingen die niet naar Rusland konden vanwege de oorlog. Dat staat daar dan, klaar om vernietigd te worden. Dat is natuurlijk schrijnend. Daar zit ook absoluut rondom houdbaarheidsdata een uitdaging, als we het zo mogen noemen, waar je wat mee zou kunnen.

Beate: Ik zie dat wij alweer bijna door de tijd heen zijn. Dat gaat heel snel. Zijn er dingen, Geertje, die wij niet geraakt hebben en waarvan je zegt, “Dat zou ik wel echt willen meegeven”? Een oproep?

Geertje: Zeker, maar ik moet even nadenken hoe ik hem formuleer. Mijn oproep is, als je dit luistert en dit hoort, zelf eens na te denken als je thuis in de keuken bent en denkt, “Wacht even, ik heb nu die ene bruine banaan liggen, die kan ik weggooien, wat zou ik er nog meer mee kunnen doen?” Dus denk erover na, op zijn minst, er zijn zoveel dingen mogelijk met een bruine banaan. Bananenbrood, bananenijsjes, ik kan nog wel even doorgaan, maar dat zal ik niet doen. Dus misschien is dat wel de oproep. Als je denkt, “We hebben nog wat restjes over, er is niet genoeg voor iets anders”, denk dan even aan die bruine banaan en kijk dan of je creatief thuis iets anders kan doen, in plaats van dat het de prullenbak ingaat. Gewoon lekker praktisch, zelf iets doen.

Nadine: En het zet in ieder geval mij en jou wellicht ook wel weer, en ook de luisteraars, aan het denken en aan het doen. Het is een veel groter deel dan ik had verwacht, en ook veel dichterbij dan ik had verwacht. Dat vind ik nu ook wel mooi, dat neem ik in ieder geval mee. Ik heb nog een blikje ansjovis liggen uit 2019.

Geertje: Dat kan gewoon! Ansjovis helemaal, daar zit zoveel zout en olie in, dat is geen enkel probleem.

Nadine: Ik heb het ook laten staan, het voelde ook niet goed om het weg te gooien. Maar het feit dat ik het ook nog niet open heb getrokken, betekent wel dat ik er een beetje dubbel naar keek.

Geertje: Dat snap ik ook, hoor.

Nadine: Maar met jouw bruine banaan in gedachten is dat vast anders naar de toekomst toe. Ik wil je heel hartelijk bedanken voor je enthousiast verhaal, ook de mooie weg die je afgelegd hebt om de wereld toch wat beter te maken. Dus dank!

Geertje: Graag gedaan!

Beate: Ja, dankjewel, Geertje en op naar een wereld die net wat mooier is!

Geertje: Exact, ik ga ervoor!

Beate: Dankjewel!

Geertje: Dank!

Dankjewel voor het luisteren naar deze aflevering van Leaders in Progress. We hopen dat je ervan genoten hebt en er de volgende keer weer bij bent wanneer we een nieuwe gast aan tafel hebben. Ben jij geïnspireerd en zou je ook willen werken aan vooruitgang? Dat kan; ga nu naar www.leadersinprogress.nl en kom in actie of neem direct contact met ons op via e-mail. Graag tot de volgende keer!

Recente reacties

    Categorieën

    Door deze site te gebruiken ga je akkoord met het plaatsen van cookies. Meer informatie

    Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.

    Sluiten