Welkom bij Leaders in Progress, de podcast over vrouwen die aan het roer staan van maatschappelijke veranderingen. Wie zijn ze, waar staan ze voor en waar gaan ze voor? Ik ben Nadine Klokke, CEO van Knab, de online bank die de financiële wereld van binnenuit vernieuwt. Ik ben Beate van Dongen Crombags, partner bij EY consulting. Wij creëren een betere wereld door organisaties te helpen op een duurzame manier te transformeren. En ik ben Dave Jongeneelen, medeoprichter van Buzz Women. Dagelijks stellen wij vrouwen over de hele wereld in staat vooruitgang vorm te geven. Waarom deze podcast? We willen je inspireren om aan het roer te gaan staan van je eigen bezieling en maatschappelijke vernieuwing. Welkom bij Leaders in Progress!
Beate: Welkom weer bij Leaders in Progress. We zijn hier in Austerlitz bij Better Meetings en vandaag is Agnita Twigt te gast. Agnita groeide op op een boot, zeilend met je ouders en zus de wereld rond. Je schreef het boek De avonturen van Maas, een boek dat is geschreven voor en over Maas, een jongetje met kanker. Je bent al 15 jaar zelfstandige in het begeleiden van organisaties en mensen in verandering, onder andere met trajecten bij maatschappelijk relevante organisaties zoals NMA, UWV en Simavi. Je bent ook actief in toezichthoudende rollen waaronder in het verleden als bestuurslid van Greenpeace Nederland, maar vandaag zullen we juist ook ingaan op de niet-zakelijke kanten van je leven. Je woont in een dorpje ten zuiden van Rotterdam, samen met je man Marnix en twee dochters. Dus Agnita, super dat je vandaag bij ons aan tafel zit!
Agnita: Mooi om hier te zijn!
Beate: Laten we dan meer eens beginnen met meteen een hele wezenlijke vraag, want wat is voor jou je missie in het leven? Waar sta je voor?
Agnita: Ik sta ervoor dat mensen goed in verbinding met zichzelf en daarmee met de ander in verbinding zijn en voor mij loopt dat werkelijk door echte gesprekken. Dus de sleutel om goed in verbinding te staan met jezelf is dat gesprek met jezelf aan te gaan en tegelijkertijd ook met anderen over wat het maakt dat je kiest en beweegt zoals je beweegt. En die verbinding met de ander, die zit voor mij grotendeels in dat gesprek, in dat dialoog dat je met elkaar aangaat.
Nadine: Kun je dat duiden als je daar bij jezelf over nadenkt? Waar komt dat vandaan? Waarom is dat voor jou zo belangrijk, op deze manier?
Agnita: Ik heb redelijk vroeg in mijn jeugd, wonend op een zeilboot met drie anderen, dan ben je heel erg op jezelf aangewezen en op die drie anderen, natuurlijk. En dan begin je dus heel goed jezelf te kennen, want je neemt jezelf echt mee en er is geen verbinding met de buitenwereld, als je drie weken op zee zit. En tegelijkertijd, als je dan aankomt in een haven, en zeker als kind, die absolute levensnoodzaak om te verbinden met anderen, daar ben je dan ook heel erg bewust van. En als je dat repetitief te doen hebt, daar ligt voor mij wel – dat zie ik nu in mijn volwassen leven – een bron, wat maakt dat ik het zo belangrijk vind.
Beate: Hoe ging dat dan? Kun je daar wat meer over vertellen? Jullie leefden volgens mij op een zeilboot?
Agnita: Ja, mijn ouders hebben elkaar in Nederland ontmoet op een bruiloft. Mijn vader was toen al zeeman, stuurman. En mijn moeder was onderwijzeres, heel jong. Ze waren 21 en 23. En mijn vader deed toen direct het stoere voorstel om een relatief kleine zeilboot van nog geen acht meter de Atlantische Oceaan over te steken. En dat hebben zij gedaan en toen zij terugkwamen in Nederland hadden ze wel het plan om te settelen, maar stelden dat telkens uit. En uiteindelijk zijn mijn zusje en ik beide aan boord opgegroeid en in plaats van dat mensen vaak denken, “Dat zal dan echt een heel erg hippie-achtig gezin zijn geweest”, is mijn vader echt een kapitein en mijn moeder een onderwijzeres, dus ik ben heel gedisciplineerd opgevoed op die zeilboot en dan kom je elke keer in een nieuwe haven en tot twaalf uur was het huiswerk, het is gewoon les. En na twaalf gingen mijn zusje en ik op pad, gewoon in ons roeibootje. Dan ga je gewoon spelen, op zoek naar speelkameraadjes. Dus zo ging dat, en dan gingen we weer weg. En dan nam je weer afscheid. Dat is iets wat ik nog steeds lastig vind, overigens. Maar dat verbinden om te zijn, dat zit daarin.
Nadine: Is het dan zo dat je eigenlijk in periodes dat je op de boot was met je ouders en je zusje, dat je eigenlijk niet het gevoel had dat je er helemaal was? Had je die buitenwereld nodig om te verbinden en helemaal te kunnen zijn?
Agnita: Gek genoeg dus niet. Want vandaar dat ik ook zeg, die verbinding met jezelf en dan met de ander. Mijn overtuiging is wel dat pas als je echt verbinding met jezelf maakt, en het is echt niet de hele dag vol zen een bewuste ervaring. Tegelijkertijd, hoe beter je jezelf kent en hoe beter je op je gemak bent met je eigen gezelschap, hoe makkelijker het ook is om dan weer naar buiten te treden. Dus ik heb me daarin nooit eenzaam gevoeld of mij verveeld. Ik zeg weleens tegen mijn beide meiden, acht en tien zijn ze, ze vervelen zich soms, dan zeg ik “Goed, dat is heel functioneel.”
Nadine: Dat zeggen wij ook weleens thuis!
Agnita: Omdat ik ook zelf die situatie op die manier ken, ik heb niet geleerd als verveling. Dan ging je een boek of iets knutselen. ik ben nog steeds een echte knutselfanaat.
Nadine: De ene kant is de connectie met de wereld buiten die boot en de andere kant, de boot was nog geen acht meter, dat is best een kleine omgeving waarin je dan met z’n allen leefde. Hoeveel ruimte was daar eigenlijk voor jezelf?
Agnita: We zijn begonnen op een boot van acht meter, toen een boot van tien meter, twee hele vierkante meter meer, en uiteindelijk de wereld rond gezeild op een 14,5 meter boot. Nog altijd klein, maar voor de zeilers onder ons is dat een verschil. Ik kan me heel goed afsluiten, soms tot grote irritatie van mijn gezin nu. Want ik kan prima werken of een boek lezen terwijl de wereld om me heen door dendert. En dan ben ik dat aan het doen.
Beate: Hoe ging dat dan met je familie vroeger op die boot? Waar hadden jullie het dan over? Want je had natuurlijk ’s ochtends les, maar er was ook een groot deel van de dag dat je gewoon met elkaar was. Praatte je dan veel met elkaar of juist niet? Waar ging het dan over?
Agnita: Leuke vraag. Dat ging en gaat nog steeds, want mijn beide ouders leven gelukkig nog, over wereldse zaken, over politiek, over maatschappelijke ontwikkelingen, over verschillende culturen, ook over plannen maken. Ze zijn ook heel geëngageerd bezig met hoe de wereld beweegt. Dus minder die persoonlijke reflectie, dat is echt iets waar ik zelf een behoefte aan heb gehad, omdat dat minder onderwerp van gesprek was vroeger in mijn gezin van herkomst. Veel meer toch wel hoe de wereld werkt. Je ziet toch ook wel veel armoede in het buitenland, in de landen waar je dan bent. Dan heb je het erover met elkaar, omdat het er is. Het is misschien ook wel goed om aan te geven dat mijn vader altijd kapitein gebleven is, en de manier waarop mijn ouders geld verdienden, want het is niet zo dat we uit zeer welgestelde families kwamen, mijn vader zijn voorwaarde was, als Nederlandse kapitein, dat hij zijn gezin mocht meenemen en eigenlijk tot enkele jaren geleden, alle schepen die onder Nederlandse vlag varen, hadden een Nederlandse kapitein nodig. Dus dat betekende dat hij als afloskapitein heel makkelijk aan werk kon komen en dan ging mijn moeder mee als de kok of als vrouw van de kapitein. Dus naast dat ik op die zeilboot woonde met z’n vieren, dan zeilden we een half jaar, lieten de boot in een marine achter, en dan vlogen wij naar een schip. Dat kon een sleepboot zijn of een containerschip of echt stukgoed ook. Dan was ik bijvoorbeeld drie of vier maanden in een mannenomgeving waar ook natuurlijk heel veel dynamiek zonder franje onderdeel was waarvan ik dan onderdeel van was. En daar had je het ook met elkaar over.
Nadine: Wat heb je daaruit meegenomen?
Agnita: Dat je altijd jezelf meeneemt, dus in welke context ik ook stap, ook als kind, als je in een haven van Rio de Janeiro komt, dan leg je aan bij de happy few die daar heel veel geld hebben, want die kunnen zich een jachthaven en een jacht permitteren. Dat is natuurlijk een hele andere culturele ervaring dan op het moment dat je ook aanmeert bij Bahia, ook Brazilië, waar je aanlegt tussen de vissers. Dus wat het me heeft gebracht is dat onafhankelijk van die context, dat je de context leest en dat je aan de ene kant daarop aansluit en aan de andere kant bij jezelf blijft. In een volwassen setting zijn we daar misschien wel bewust van, maar ik denk dat ik als kind dat van nature als bijna overlevingsmechanisme geleerd heb.
Beate: Kun je daar een voorbeeld van geven?
Agnita: Op mijn dertiende ben ik voor het eerst naar de middelbare school gegaan in Nederland, de tweede klas van de middelbare school. En daarvoor heb ik in totaal drie keer iets tussen vier maanden, vijf maanden en zes maanden op een school gezeten. De eerste keer een basisschool in Trinidad, toen was ik vijf jaar. De tweede keer in Sint Eustatius een half jaar omdat mijn vader daar les gaf aan kapiteins die een sleepboot hadden gekocht. En de derde keer een half jaar in Nederland omdat mijn opa verongelukte en wij bij mijn oma in huis trokken om voor haar te zorgen. De eerste keer, toen was ik vijf, ik had echt heel blond haar. Ik was een blond Nederlands meisje en ik ging daar naar school op een volledig native local community. Dus ik was echt dat ene blanke meisje in een prachtige donkere community. Ik had een uniform, dat kan ik zo terughalen. Zonder de foto is dat echt een herinnering. Ik kreeg daar ook in de middag te eten, van die lekkere roti’s. Als ik nu roti’s eet, ben ik daar weer. Maar goed, mijn vader gaf daar ook een tijd les voor een Nederlandse werkgever die hem had ingehuurd. Hij dropte mij dan ’s ochtends bij het hek af en dan ging ik daar naar binnen. Op een dag was de school dicht, maar dat wisten mijn ouders niet. Dus mijn vader heeft mij daar ’s ochtends gewoon zo gedropt en om een uur of 17.00 werd ik dan weer opgehaald. Maar die school was dicht, dus ik was daar alleen. Ik weet overigens niet uit mijn eigen herinnering hoe dat verder is gegaan, maar er is dus wel een vriendinnetje langsgekomen, een ouder meisje, dat mij heeft meegenomen, die gemeenschap in. Dus echt gewoon die wijk in en ik kan dus nu nog terughalen dat ik in een huis met verdiepingen was en daar hing ook een schommel, naar mijn gevoel in huis. En ik kreeg daar rijst, die mocht ik met mijn handen eten. En ik ben de hele dag daar geweest, ik heb het er heel erg naar mijn zin gehad. Dus als ik daar nu aan terugdenk, begrijp ik helemaal niet zo goed de context, maar ik was daar echt. Ik voelde me ook prima veilig. Ik denk dat dat misschien ook wel een ding is wat ik heb meegekregen daarvan. Ik ben niet zo snel bang omdat dat me niet helpt. Ik vind dingen spannend, maar dan is het vaak leuk spannend. Aan het einde van de dag ben ik daar opgehaald, dus voor mij was er niets aan de hand. Voor mijn ouders daarentegen, die werden natuurlijk na een uur of zo gebeld van, “Wist je dat de school dicht is?” Maar het kind was ondertussen weg. Die zijn de hele middag daar rond gaan vragen, “Hebben jullie een blond meisje gezien?” En uiteindelijk zijn ze verwezen naar dit prachtige gezin dat mij heeft opgevangen en ik ben opgehaald. Dus als antwoord op jouw vraag misschien een wat lang antwoord.
Nadine: Mooi antwoord, en ook heel waardevol om dat mee te nemen. En als je kijkt vanuit de andere kant, wat heeft het je gekost? Wat heb je gemist?
Agnita: Er is een tijd geweest, en dan heb ik het met name over begin twintig, dat ik het gevoel had dat ik zo anders was in die zin dat ik een deel heb gemist waardoor ik misschien niet de verbinding kon maken in het aarden in Nederland. Televisieprogramma’s waar mensen het dan over hadden of muziek. Daar had ik natuurlijk minder van meegekregen. Dus dat vond ik dan soms wel lastig. Mijn ouders hebben heel bewust ervoor gekozen – toen ik dertien was en mijn zusje elf – om een tijd naar Nederland te komen. Dus toen mijn zusje en ik het huis uit vlogen, vlogen zij ook weer weg. Toen zijn ze vervolgens weer echt door gaan zeilen. Ik heb in mijn volwassen leven ook nog mee met hen kunnen zeilen naar Antarctica, naar Spitsbergen en Newfoundland. Dus zij zijn gewoon doorgegaan, ze leven nog steeds zo. Maar goed, voor mij was dat wel een moment dat ik het gevoel had dat ik ook iets had gemist. Ik heb ook de ruimte gemist om zelf te ontdekken buiten het zicht van je ouders. Dus aan de ene kant ben ik heel onbeschermd opgegroeid, want ik heb natuurlijk op hele jonge leeftijd ook wel dingen mee moeten krijgen om gewoon vanuit overleving, hoe je met onbekenden omgaat. Dus daar ben ik niet voor gespaard. Ik ben niet gespaard in hoe de echte wereld eruitziet. Aan de andere kant is het natuurlijk ook een stukje een beschermde opvoeding. Mijn ouders zijn wel voorzichtig met ons geweest. Nu ik zelf moeder ben merk ik dat ik ontzettend geniet van mijn meiden de vrijheid te geven buiten mijn zicht. Iets kleins als boodschappen doen bij Albert Heijn. Dat is natuurlijk voor mij zo veilig allemaal, ik mocht ook wel een boodschap doen, maar in een grote stad. In Santiago de Chile bijvoorbeeld, daar stuur je toch je kind iets minder gemakkelijk om een boodschap. Ik kan me er van alles bij voorstellen.
Beate: Als we nu even fast forward gaan, naar waar we nu staan. Hoe heeft jouw opvoeding, wat je hebt meegemaakt, gemaakt hoe je nu in het leven staat? Hoe sta je nu in het leven, wat is daar nu belangrijk voor jou in?
Agnita: De onverzadigbare nieuwsgierigheid heb ik echt meegekregen van thuis. Dus het ontdekken, het blijven ontdekken. En de durf en de discipline, dat zijn twee dingen die ik echt uit de jeugd heb meegekregen door de keuzes die mijn ouders hebben gemaakt. Dat is wel ook wat mij brengt waar ik nu ben en de beweging die ik maak, die komt voort uit nieuwsgierigheid. Maar hoe je dan vervolgens iets doet met die nieuwsgierigheid zit wel aan de ene kant de durf om het aan te gaan. Mensen denken vaak dat ik stevig sta, maar ik vind dingen hartstikke spannend. Maar iets spannend vinden weerhoudt me er niet van om het aan te gaan. Ik vind het mooi dat wanneer er over talent gesproken wordt, dat absoluut een gegeven is, het vermogen waarmee we geboren worden. Maar voor mij is wat je daar vervolgens mee doet en de discipline of het doorzettingsvermogen om dat om te zetten in manifestatie, dat is ook wat ik heb meegekregen.
Nadine: Vind je dat voor jezelf genoeg of volledig of is daar nog ruimte?
Agnita: Ja, ik prijs mezelf heel erg gelukkig dat ik het gevoel heb dat ik echt leef naar mijn waarde.
Beate: Nu heb jij het boekje De avonturen van Maas geschreven. Kun je daar wat meer over vertellen? Hoe is dat zo gekomen en hoe past dat in dat kompas wat je voor jezelf beschrijft?
Agnita: Maas is een klasgenoot van mijn dochter Anna. Twee jaar geleden, we woonden eigenlijk nog niet zo lang in Oostvoorne toen dit zich ontvouwde, en Maas zijn moeder – daar kan ik het heel goed mee vinden, dat is gewoon een leuke klik, de energie klopt – belde mij in de eerste week na de schoolvakantie in september, “Maas heeft buikpijn en ik moet nu naar het ziekenhuis. Ik weet nog niet wat er uitkomt.” ’s Avonds belde ze mij totaal overstuur op dat ze de volgende ochtend naar het Prinses Maxima Centrum mocht rijden. Dat is een afschuwelijk bericht. Ik denk dan niet per se veel verder, maar voor mij is er voor de ander zijn met aandacht ook heel belangrijk. Dan kan je een kaartje sturen, maar wat kan ik doen wat ik in overvloed heb? Ik ging met aandacht iets tekenen, ik maakte in plaats van een kaart een tekening voor hem. En tijdens dat tekenen kan je ook op een bepaalde manier verwerken. Dus ik maakte die tekening en twee dagen later mochten mijn oudste dochter Anna en ik naar het Prinses Maxima Centrum om die tekening te geven. Daar had ik een klein verhaaltje bij geschreven, want het echte gesprek is voor mij zo belangrijk. Dat is wat mij zakelijk drijft en dat is ook wat me persoonlijk drijft. Dus het leek me zo mooi als Maas met Jefta, zijn moeder – die direct ook in het ziekenhuis bleef, in de eerste zes weken zijn ze het Prinses Maxima Centrum niet uit geweest – ook dat gesprek daarover konden aangaan. Een jongetje van zeven met zijn moeder. Dus ik had een heel klein verhaaltje geschreven met een vraag, “Wat neem jij mee op reis?” Het kon overal over gaan, maar vooral ook de uitnodiging om toch ook een pijnlijk stuk van dat proces te kunnen raken waarbij je kan eren wat past bij een zevenjarige en wat je zelf aankunt. Daar reageerde hij zo leuk op, een paar dagen later tekende ik weer een tekening voor hem. Voordat ik het eigenlijk wist, zat ik om de 2-3 dagen een tekening te maken en een verhaaltje met een vraag. En het was echt een ding geworden in dat Prinses Maxima Centrum dat de verpleegkundigen de envelop herkenden als die dan kwam, “Heb je weer een verhaal?” Dus het was echt mooi om te zien wat die tekening niet alleen deed voor de verbinding van Maas en zijn ouders en zijn broer en zus, maar ook de verbinding tussen hem en het verplegend personeel. Uiteindelijk zei Jefta, “Kunnen we er geen boek van maken?” Toen dacht ik, “Als we het doen, doen we het wel goed.” Dat is één van mijn motto’s: als je het doet, doe het alsjeblieft goed. Want het is zo zonde van alle inspanning die je erin stopt en het is halfslachtig, dan kan je er beter niet aan beginnen. Dus zo geschiede en we hebben nu een maand geleden de eerste check van 45.000 € mogen overhandigen aan het Prinses Maxima Centrum. En we hebben inderdaad een stichting opgericht en alles is echt 100% van de netto-opbrengst voor onderzoek naar kinderkanker gegaan. Je verzamelt mensen, en dat is wel iets wat ik dus gemakkelijk doe omdat ik weet hoe belangrijk het is om te verbinden. Dus eigenlijk hadden we op een hele korte tijd echt wel bevlogen mensen die zich ook hiervoor in wilden en willen zetten. Dus een goede financiële controleur. Dat loopt en dat is mooi. Ik heb vanuit mijn zakelijke context de nodige ervaring met charitatieveinstellingen, dus ik neem dat ook weer mee hierin. Zo is het ontstaan en zo loopt het nog.
Beate: Mooi!
Agnita: En het gaat goed met Maas.
Beate: Dat wilde ik je vragen.
Agnita: Dat verdwijnt niet, helemaal niet, want hij is de directeur van de stichting. Het is ook heel mooi om te zien wat het voor hem doet. Maar we leven nu weer in het nu. Dit is een hele gezonde hartverwarmende kerel. Ik hoop dat dit verhaal hem ook verrijkt in hoe hij volwassen gaat worden.
Nadine: Hoe heeft dit verhaal jou verrijkt?
Agnita: Op vele manieren, dat vind ik een hele fijne vraag. Dat ik aan mijn kinderen heb kunnen laten zien dat je goed kan doen, dat dat moeiteloos kan, als je iets kan geven wat je in overvloed hebt. Deze situatie heeft me dat kunnen laten doen.
Nadine: Want je wist het wel, dat je dit had?
Agnita: Nee.
Nadine: Dus ook dat was een ontdekking.
Agnita: Ik hou van tekenen en ik tekende eigenlijk nooit.
Nadine: Oh, grappig!
Agnita: Ja. Als je op een boot opgegroeid bent, dan heb je wel veel getekend en veel gelezen en geknutseld. Maar ik heb geen artistieke achtergrond, wat dat betreft.
Nadine: Dus je rolde ook wat dat betreft erin en ontdekte ook dat.
Agnita: Ja. “Oh, dit vind ik leuk.” Ik stel dan ook niet de vraag of het mooi of niet mooi is. Ik zeg ook vaak tegen mijn kinderen, “Het is niet mislukt, maar het is anders dan je had bedacht. Maar wat er wilde ontstaan, dat is er nu. Dus daar heb je het maar mee te doen.” Het is vaak iets mooier dan wat je had bedacht. Zo kijk ik daarnaar. Dus zo ben ik erin gerold. Een tweede wat ik heel mooi vind is het initiatief dat je dus eigenlijk klein begint, dat dat groot kan worden door te verbinden met elkaar. Ik ben natuurlijk heel vaak in de afgelopen twee jaar dat dit nu loopt het gesprek aangegaan. Ik had helemaal geen directe verbinding met kanker. We kennen allemaal mensen met kanker, dat is helaas natuurlijk al echt volksziekte nummer één, naast diabetes, denk ik. Dat zeg ik zonder dat ik daar kennis van heb. Maar dan gaat er ook weer een wereld open. Dus dat heeft me ook verrijkt. Het heeft me ook verrijkt dat ik de afgelopen twee jaar… Ik woon er relatief kort, ik was net een half jaar in dat dorp beland, Oostvoorne, en ik heb hierdoor ook heel veel mooie vriendschappen gekregen. Dat was natuurlijk niet de inzet, en wel een groot cadeau waar ik van geniet, wat ik misschien niet op die manier had gekregen. En dan als laatste, maar dat vind ik evident, omdat ik me nu verdiept heb in kinderkanker ben ik ook heel blij dat ik daar een bijdrage aan kan leveren met deze stichting. Want dat verdient het licht. Dit zijn kinderen die nog de wereld voor zich hebben en kinderen zijn onze toekomst.
Beate: Je hebt niet alleen een boek getekend, maar ook een boek geschreven. Kwam dat ook zomaar op je pad? Was je een dagboek aan het schrijven of zo, of een brief?
Agnita: Als kind, omdat ik dus knutselde en las, ik realiseer me dat in mijn volwassen leven die twee dingen die ik als kind graag deed dus ook een plek hebben gekregen. Ik las en lees nog steeds graag. Ik lees nu vooral beroepsmatig. Dat is misschien een ongelukkig woord, want ik zie werk niet als werk, maar echt als mijn levensmissie. Dus ik geniet ervan om te leren en me te verdiepen in hoe groepsdynamiek werkt, wat mensen beweegt, wat organisaties echt betekenen voor mensen. Ik las toen ook vooral als kind veel. Ik had op mijn dertiende volgens mij echt alle Agatha Christie’s al uitgelezen in het Engels. Dus dat boek zat al heel lang in mijn hoofd als kind. Ik wilde wel een boek schrijven, maar wat of hoe? Toen ik na vijf jaar heel hard werken als organisatieadviseur bedacht dat het toch ook wel iets anders was dat ik wilde doen, dat is reizen, ben ik gaan schrijven. Gedurende de loop van die reis realiseerde ik me, “Dit is misschien wel wat ik dan wil omzetten in dat boek waar ik mee rondloop.” En dat heb ik gedaan. Maar er zitten vervolgens ook twee jaar discipline in, want dat betekent gewoon op je 25ste zaterdag heerlijk uitgaan met vrienden in de stad, maar wel op zondagochtend je wekker zetten om zondag te schrijven. En na twee jaar was het klaar. En daar ben ik ontzettend blij mee, dat dat boek er is. Niet omdat iedereen het zou moeten lezen, maar omdat het iets was wat ik heel graag wilde maken. En wat ik gedaan heb en waar ik als document ook wel heel blij om ben nu ik moeder ben ook aan mijn kinderen kan meegeven. Dat is een stukje van mij.
Beate: Wat is het dat je aan je kinderen wil meegeven en wellicht wat je ook aan luisteraars van deze podcast zou willen meegeven?
Agnita: Ik leef heel bewust en het kost me geen moeite, dus dat is wat ik hen mee zou willen geven. En voor het oudergesprek, dit schooljaar, bereidde ik voor – ik bereid alles graag voor, niet omdat ik niet het onbekende wil aangaan, maar één van mijn leermeesters, Alan Seale, zei eens mooi, “The better scripted you are, the more space you have to deal with the unknown.” Om de uitnodiging in te gaan die er in het moment is. En voor mij was dat zo waardevol, toen hij dat zei, dacht ik, “Ja, dat is het. Dat is waarom ik voorbereid ergens naartoe ga.” Niet omdat ik bang ben dat het anders niet zou lopen, maar doordat ik voorbereid ben kan ik alles wat zich in dat moment wel laten zien en kan ik daar op ingaan. Omdat er weinig van mijn aandacht naar het verhaal zelf moet gaan, omdat ik dat al heb voorbereid. Maar zo ging ik dus naar dat oudergesprek toe en ik schreef op, “Wat wil ik nou werkelijk met die leerkrachten bespreken?” Voor mij is dat echt een partnerschap, ik wil dat leerkrachten en ouders de voorwaarden kunnen scheppen voor mijn kinderen, dat zij zich verbinden met zichzelf en vanuit dat met de ander. Ook de potentie die je hebt in cognitieve en sociale en emotionele vaardigheden, dat je die ten volste weet te ontwikkelen en van daaruit ook die verbinding met anderen aan te gaan. Dat is wat ik ze gun. Dat is dan uiteindelijk ook wat ik mijn eigen kinderen wil meegeven. En dat is misschien ook wel mijn boodschap aan de luisteraar. En voor mij zit dat wel in het gesprek aangaan daarover. Want doordat ik dat gesprek met die leerkrachten aanga, zetten we elkaar aan daarop.
Beate: Ik zou jou een paar stellingen willen voorleggen, je moet er één kiezen. Op de boot of een dorpje bij Rotterdam?
Agnita: Dorpje bij Rotterdam.
Beate: Tekenen of schrijven?
Agnita: Schrijven.
Beate: Auteur of veranderaar.
Agnita: Veranderaar.
Beate: Projectmatige sturing of organische verandering?
Agnita: Organische verandering.
Beate: En het verschil maken in een zakelijke omgeving of op het schoolplein?
Agnita: Ik wilde net zeggen, die andere vond ik niet echt dilemma’s, maar deze wel. Ik denk dat ik het schoolplein kies. Omdat het echte leven zich op straat afspeelt, en op het schoolplein. Ik denk dat we allemaal de keuze hebben ‘how we show up’, hoe je verschijnt. We zijn allemaal heel goed in staat wanneer we zogenaamd dan onze werkmodus aan hebben het juiste te doen. En wanneer we dan op straat, thuis, alsof dat dan minder ertoe doet. En voor mij is dat één, dat komt uit dezelfde bron. Dus hoe we allemaal morgen weer op dat schoolplein staan of in de bus of bij de supermarkt, en hoe je daar jezelf laat zien en de ander uitnodigt zichzelf te laten zien, daar is veel meer van dan dat wat je in een zakelijke context doet. Overigens is het voor mij en-en. Maar ik moest kiezen.
Beate: Mooi!
Nadine: Als ik naar je zit te luisteren over je schrijven en over het boekje wat je gemaakt hebt, ook deze verhalen zijn organisch ontstaan. Ook eigenlijk in een bron, in een interactie gedacht. Dus je tekening heeft een vraag, dus je roept wat op. Je start van je boek waren brieven, als ik je net goed begreep. Eigenlijk als basis wat je voor je boek gebruikte, die je ook ergens heen stuurde. Dat is blijkbaar ook waar je naar op zoek bent. Dus ik vind het wel mooi hoe ook die gedachte over die verbinding zich heel erg voortzet in de creatie die je zelf maakt. En daar dan omheen schetsend die voorbereiding en toch ook wel een beetje de structuren die je dan de vrijheid geven om het onbekende aan te gaan. Fast forward van je kindertijd naar nu, maar als we van nu naar fast forward jouw toekomst gaan, hoe zit dat eruit als je op deze as doordenkt? Ga je op een gegeven moment ook die structuren laten gaan? Ga je er nog onbevangener in? Zit je in die beweging of hoe zie je jouw beweging zich voortrollen?
Agnita: Voor mij is structuur slechts een instrument om te manifesteren, om dingen waar je van droomt of je tot geroepen voelt ook te verwezenlijken. Dus het kan voor mij zo ter zijde geschoven worden als het niet dient op dat moment. Waar ik mezelf naartoe zie bewegen? Ik sprak toevallig van de week iemand in aanloop naar dit interview, ik vertelde dat ik dit ging doen, ze zei, “Waarom ben je gevraagd?” Ik zei, “Dat weet ik eigenlijk niet.” “Om het werk dat je doet?” “Dat weet ik eigenlijk niet, want werk is voor mij niet zozeer werk.” Ik heb gewoon tijd beschikbaar, wakkere uren. Ik ben een vroege vogel, dus ik heb echt fijn veel uren. Mijn wekker gaat om kwart voor zes en om zes uur, mijn eerste uur van de dag, dat is het grootste cadeau. Mijn wakkere uren zetten we in, daar doe je iets mee. Wat ik daarmee doe is dingen die er voor mij toe doen. Een deel daarvan krijg ik betaald en een deel daarvan krijg ik niet betaald. Maar voor mij is het allemaal hetzelfde. Toevallig heb ik afgelopen week met de Oekraïense oorlog, wat natuurlijk is wat het is, een humanitair drama, met een paar vriendinnen een event georganiseerd voor de Oekraïense vrouwen die in Oostvoorne zijn gekomen. Dat zijn er best een aantal. We hebben voor veertig vrouwen een middag georganiseerd waarin zij kleding… De lokale bevolking heeft prachtige kleding ingeleverd, om even geen vluchteling te zijn, maar onder het genot van een hapje en een drankje er te zijn. Dat was heel fijn, heel mooi. Uiteindelijk denk je, “Dat doe ik wel even in een avondje.” Dat doe je nooit in een avondje, je bent er altijd meer tijd mee kwijt en je krijgt er niet voor betaald. Het is geen werk, maar het is gewoon iets wat je doet, waar je voor kiest. En zo zie ik ook mijn betaalde activiteiten. Dus naar de toekomst toe hoop ik dat dat nog meer één stroom mag zijn en dat ik nog minder hoef na te denken. Want ik heb ook een gezin samen met mijn man te voeden, dus zonder dat dat voor mij de boventoon heeft, is een financiële onafhankelijkheid ook gewoon gegeven. En ik hoop dat ik over twintig jaar, ik ben nu 45, nog net zoveel mag doen. Dat ik vitaal oud mag worden. Een pensioen is voor mij dus een gek begrip. Maar dat ik dus over twintig jaar zonder dat stukje of het betaald of niet betaald is, dat dat echt helemaal kan wegvallen. Dat ik mag doen wat ik het allerliefste doe, to ignite true conversations. Dus het aansteken, die spark, om beweging naar positieve realiteiten aan te zetten, mee te bewegen. Dat doe je nooit alleen, dat doe je met elkaar.
Beate: Het klinkt prachtig. Tegelijkertijd is de wereld niet alleen maar positief. Dus je komt natuurlijk ook dingen op die weg tegen, als we het hebben over de rivieren, zullen er af en toe ook rotsblokken in de rivier liggen. Hoe ga je daar dan mee om?
Agnita: Voor mij is dat informatie en niet zozeer een blokkade. Om even terug te komen op dat event voor Oekraïense vrouwen, een vriendin van mij, een wethouder bij ons, had al een paar weken eerder gezegd, “Misschien moeten we iets doen.” Ik zei, “Je mag me bellen als je met een idee rondloopt. Alleen, ik sta er redelijk kritisch in en tegelijkertijd weerhoudt me dat niet van de medemenselijkheid die noodzakelijk is.” Ze belde me dus uiteindelijk ook. Dus zonder hier een gesprek over de Oekraïense oorlog te hebben, want daar heb ik gewoon te weinig verstand van, ik vrees dat veel van de goedbedoelde initiatieven niet de root cause gaan aanpakken. Dat zou bijna cynisch zijn. Dus het is geen naïviteit van mij, van “Als we allemaal wat moois en leuks doen, komt er een mooiere wereld.” Nee, het is gewoon hele harde werkelijkheid. En dat is misschien ook wel vanuit mijn jeugd, ik heb armoede gezien. Ik heb geen illusie dat we dat met een mooi pakketje oplossen. Ik heb moeten zien dat kinderen die aan de straat leven waarschijnlijk niet nu dat navertellen zoals ik dat wel nu zit te doen over mijn jeugd. Maar dat neemt niet weg dat je vanuit een medemenselijkheid en een bepaald vertrouwen dat we kunnen bijdragen aan beweging dan dat te doen.
Nadine: Je hebt een realistisch beeld op de wereld, dat kan ik me ook indenken vanuit je achtergrond. Maar het is ook zorgelijk, wat zich afspeelt. Hoe is je blik op de toekomst – om het even heel groot en globalistisch te maken – van de wereld?
Agnita: Voor de mensheid redelijk somber. Vijf jaar geleden werd ik uitgenodigd door een internationale activistische organisatie, The Rules, ik mocht naar Athene vliegen om hen te begeleiden bij hun supernova strategie. Dus ze hadden nog drie jaar. Ze houden zich bezig met de post-kapitalistische maatschappij. Totdat ik werd gevraagd voor deze opdracht had ik er eigenlijk nog niet op die manier over nagedacht. Ik heb toen vier dagen bij hun management team gezeten om dat te begeleiden. Ik was daar zo van ontdaan, wetenschappers dragen daaraan bij, het is een wetenschappelijk onderbouwd verhaal. Dat ziet er niet goed uit voor hoe wij nu leven. Tot overmaat van ramp reisde ik van Athene terug naar huis en zat ik echt in een wachtkamer vol met vluchtelingen die zich moesten identificeren. Ik kwam in Schiphol aan en er stond echt de hele Marechaussee en de helft van de vluchtelingen werden onderschept en ondervraagd. Het was zo full-on in my face. Het gaat niet goed met de wereld, het gaat ook niet goed. En toevallig, met dank aan een goede vriendin van mij die mij van die herbruikbare watjes gaf, is voor mij een uitnodiging om te zeggen “Misschien is dit jaar mijn duurzaamheid challenge om eens te kijken wat zero waste nou werkelijk betekent.” Daar ben ik nu drie maanden in onderweg. Het eerste inzicht is dat ik echt een late adopter ben, in de zin van dat je denkt, “Dat ik hier nog nooit eerder op die manier erover na heb gedacht”, het tweede is dat het ongelooflijk is hoeveel plastic er overal is. Ik kan mijn steentje daaraan bijdragen, maar uiteindelijk is het probleem veel te groot. Dus terugkomend op je vraag, hoe ik de toekomst van de wereld zie, somber en tegelijkertijd zeg ik heel vaak, en dat meen ik ook echt, dat ik er wel vertrouwen in heb dat onze kinderen in deze realiteit opgroeien. Dus ik wil er echt op vertrouwen dat zij meer bij machten zijn om op een andere manier naar de problemen te kijken. Als je het hebt over impact maken, dan kies ik voor dat schoolplein. Impact maak ik, en wij allen, via ons werk, wat we ons werk noemen. En ik voel me heel bevoorrecht dat ik moeder mag zijn omdat mijn impact ook is in hoe ik mijn kinderen en hun sociale omgeving ook aan hoop te zetten. Want zij mogen het gaan doen, zij moeten het gaan doen. Dat is niet een gewicht dat je op iemands schouders wil leggen, maar erop vertrouwen dat zij dat dus beter aankunnen. Zij kunnen dat aan en wij kunnen aan wat we nu te dragen hebben. Zoals onze grootouders aankonden wat zij te dragen hadden.
Nadine: We hebben ook altijd in deze podcast een teaser en een pleaser, dus die zal ik je ook gaan vragen. De pleaser is: wat is het grootste compliment wat je jezelf zou willen maken?
Agnita: Ik denk de woorden die ik eerder gebruikte, ik hou van taal, dus dat laat zich dan zien, is dat ik durf en discipline inzet. En dat is keuze en daar ben ik hartstikke trots op. Want dat heeft niks met talent te maken, dat heeft gewoon met keuze te maken. Overigens zeg ik dan altijd, “Doordat ik die keuze kan maken, weet ik dat iedere ander die ook kan maken.” Ik ben niet speciaal, we zijn allemaal speciaal. Dus daar ben ik trots op.
Nadine: Mooi! Als teaser, als we de grote uitdagingen bespreken, hoor ik je zeggen, “Iedereen trekt een beetje wat hij in de context kan dragen of wat hij daarbij heeft meegekregen.” En tegelijkertijd denk ik, “Nee, je kan nog veel meer impact maken.” Wat houdt je tegen? Je hebt het over durf, maar ik weet niet of je durf al helemaal vol gaat. Het lijkt nog wat klein, alsof er nog een beweging zou moeten volgen.
Agnita: Ik weet het echt niet, ik vind het een hele interessante vraag of hypothese die je neerlegt. En misschien is dat ook zo. Alleen, ik voel hem niet zo op dit moment. Ik voel me heel vrij en vanuit de gangbare overtuiging dat we de grootste impact maken op sleutelposities ben ik het helemaal met je eens. En misschien is het toch iets wat mij aan zelfkritiek weerhoudt van de prachtige plekken die jullie op sleutelposities innemen. Want jullie beiden vind ik prachtig en krachtig, dat je zo een sleutelpositie in organisaties weet in te nemen en vanuit die plek impact kan maken. Hoe hoger je op je berg staat, hoe hoger je reikwijdte, bij wijze van spreken. En tegelijkertijd kijk ik systemisch en is mijn impact op de plekken waar ik beweeg, zitten misschien niet alleen in de context waarin ik beweeg, maar ook in ‘how I show up’ daar. En dan is the ripple effect misschien iets langer, zijn die golven– Jouw golf is misschien heel zichtbaar en geprononceerd en nogmaals, ik ben heel blij dat er mensen op sleutelposities zitten die bereid zijn dat te doen. En mijn golf is wellicht, ik heb dus ietwat veel golven gezien in mijn leven, als er net een zacht briesje is, kan ik zo’n golf volgen. En dan kijk ik, “Zie ik hem nog?” Zo’n rimpel. Uiteindelijk zie ik hem al lang niet meer, maar hij is er wel, die beweging. Die gaat niet weg. En of dat is omdat ik mezelf nog niet ten volste potentie heb aangezet, dat weet ik niet.
Nadine: Ik ben gewoon benieuwd, als ik jou over tien jaar spreek, hoe zich dat heeft gezet. Als ik naar je luister, dan voelt het nog een beetje – of nog, dat weet ik nog niet, daar ben ik benieuwd naar – kabbelend. Kun je dat duiden?
Agnita: Ja, dat kan ik duiden en ik begrijp ook de vraag, in die zin waar die vandaan komt. Dat ik keuzes maak die niet per se vol aan gaan. Dat komt doordat ik in een eerdere fase van mijn leven, toen ik net begon met werken, ik was 21, toen heb ik ook alles gegeven. Na anderhalf jaar kwam ik erachter dat ik te veel van mezelf aan het geven was, dus echt ook fysieke uitputting aan de orde kwam omdat ik tot veel te laat ’s nachts doorging met puzzels. Zo zie ik dan wat we doen met elkaar, om dingen te begrijpen. En toen heb ik wel in die zin heel spannend voor mij kordaat gehandeld. Ik heb toen een psychotherapeut gezocht en gezegd, “Dit is natuurlijk niet de bedoeling. Help mij hiermee.” En ik heb heel veel geleerd van hem en van die gesprekken, van die echte gesprekken. Die gingen heel erg over je energie inzetten en hoe je je energie verdeelt. Hij tekende toen een plaatje wat me echt is bijgebleven. Een heel eenvoudig plaatje, wat we waarschijnlijk allemaal kennen, op de ene as kwaliteit en de andere as tijd. Hoe meer tijd je erin stopt, hoe hoger de kwaliteit. Alleen, er is een optimaal punt en dan kan je er meer tijd in stoppen, maar dan gaat de kwaliteit niet per se significant verbeteren. Sterker nog, als je heel lang doorgaat en dus vermoeiing of fysieke uitputting aan de orde komt, dan wordt de kwaliteit misschien zelfs iets minder. Voor mij is dat wel het moment geweest, dus relatief jong in mijn betaalde werkende leven, op mijn 24-25ste erachter gekomen, “Die batterij kan ik ofwel in één keer leeg trekken, want ik ken niet zo goed die stop knop, maar dan is die leeg. Ik kan hem ook heel bewust inzetten en weten wanneer ik hem op te laden heb of in ieder geval niet helemaal leeg trekken.” En dat kan wellicht een kabbelend gevoel oproepen soms, en tegelijkertijd is het mijn manier om te kunnen blijven geven. Dus geven wat ik in overvloed heb. En ik denk dat dat misschien wel iets is wat we allemaal ook te leren hebben. Dat betekent dat ik natuurlijk heel erg benieuwd ben dat wanneer er weer wat meer ruimte op een andere manier in mijn leven komt omdat mijn kinderen ouder worden, omdat er andere kansen op mijn pad komen, dat ik weer nieuwe keuzes maak. En tegelijkertijd hoop ik en vertrouw ik erop nu ik 45 ben, dat die balans, dat doseren van mijn energie waardoor ik kan blijven geven, wel vast weet te houden.
Nadine: Volgens mij ben jij hartstikke mooie dingen aan het doen, maar ik ben benieuwd. Ik proef er iets in en we shall see! Ook de combinatie met natuurlijk de kinderen en hoe je naar hen kijkt, ook het perspectief van de toekomst, ik denk dat dat een hele verre view is.
Agnita: Het kan ook best zijn, want ik ben nu moeder van een dochter van net acht en net tien. Hoe zelfstandig ze ook zijn, vooral de jongste, vinden ze het toch heel fijn als ik nog twee keer naar boven kom ’s avonds om nog een extra knuffel te geven. En die wil ik kunnen geven.
Nadine: Ja, dat is ook rijkdom.
Agnita: Omdat ik de overtuiging heb dat ze daarmee stabiele wereldburgers kunnen worden. En dus wanneer zij uitvliegen, ga ik de energie die ik heb misschien ook wel weer op een andere manier inzetten.
Nadine: Ben je altijd ondernemer geweest?
Agnita: Ik ben altijd ondernemend geweest. Maar ik ben op mijn 22ste gaan werken bij destijds één van de grote vijf organisatie adviesbureaus, Arthur Andersen business consulting. Volgende maand is er een reünie. Dat is overigens een hele zakelijke gemeenschap, die is namelijk ten onder gegaan op het hoogtepunt door de Enron affaire, dus bij de consulting tak. Tegelijkertijd was dat wel heel bijzonder en bijzonder om mee te maken. Dus ik heb van mijn 22ste tot mijn 30ste in loondienst gewerkt. En op mijn dertigste heb ik me ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
Nadine: Leuk! En sindsdien gewoon zelfstandig onderneemster?
Agnita: Ja.
Nadine: We komen richting de afronding. Heb jij nog een laatste vraag?
Beate: Zijn er nog dingen die wij gemist hebben?
Agnita: Nee, ik geniet van het gesprek, zoals ik van ieder gesprek kan genieten als het een echt gesprek is. Ik denk dat dat, terugkomend op je eerdere vraag van wat ik graag aan luisteraars mee wil geven, is dat iedereen zijn eigen vorm heeft in hoe je verschijnt. Als dat kan vanuit die verbinding die in een echt gesprek kan plaatsvinden, is er altijd iets waar je mee wegloopt dat je nog niet had voor dat gesprek. En zo voelt dit gesprek ook met jullie. Dus dank daarvoor!
Nadine: Het was langs onze kant ook een plezier. Ik heb nog een paar quotes opgeschreven die je prachtig hebt meegegeven aan ons. Je begon met, “Ik vind het leuk en spannend.” Spannend is leuk, daar zit ook je nieuwsgierigheid in en je open blik naar het ontdekken. Ik vind het heel boeiend hoe je dat hebt ingericht op een manier dat je elke voorbereiding gebruikt om eigenlijk zo goed mogelijk in dat onbekende te kunnen stappen op een manier dat het voor jou functioneel werkt. Met daarbij als thema, je neemt jezelf altijd mee als kind vanuit misschien een overlevingsmechanisme. Intussen eigenlijk als een enorme kwaliteit, wat je ook meegeeft aan je kinderen en aan de mensen om je heen. Altijd in verbinding, een echt gesprek. Waarbij je uitgaat van vertrouwen en veiligheid, dat ook schept, maar ook de omgeving als startpunt beschouwt. Je had het over onverzadigbare nieuwsgierigheid, durf en discipline. Je sprak ook over wat je uiteindelijk bereikt niet alleen je talent is of wat je kan, dat iedereen wel zijn eigen talent, zijn eigen schoonheid, zijn eigen bijzonderheden heeft, maar dat het er vooral op zit hoe je ermee omgaat, dat je iets doet wat op je pad komt, dat je je aandacht erop richt, je keuzes erin maakt en dat dan zaken wel in beweging komen. En dat je met jouw beweging dus ook andere bewegingen inzet. Jij had nog een paar Engelse quotes, ik heb ze niet allemaal goed meegeschreven, maar ’the better scripted you are, the more space there is to deal with uncertainty’, ‘ignite true conversations’, dat is wat jou aanzet. En als je naar voren kijkt, doen wat je echt wil doen, een positieve beweging inzetten met elkaar, impact maken als mens. Of het nou in je werk is, betaald werk, niet betaald werk, gewoon in waar je bent, op straat, in de winkel, in de bus. Er zijn in je leven en in het contact, die echtheid, dat is in ieder geval wat ik hieruit meeneem, dankjewel!
Agnita: Dankjewel!
Beate: Dankjewel!
Dankjewel voor het luisteren naar deze aflevering van Leaders in Progress. We hopen dat je ervan genoten hebt en er de volgende keer weer bij bent wanneer we een nieuwe gast aan tafel hebben. Ben jij geïnspireerd en zou je ook willen werken aan vooruitgang? Dat kan; ga nu naar www.leadersinprogress.nl en kom in actie of neem direct contact met ons op via e-mail. Graag tot de volgende keer!
Recente reacties